rum vocum Novi Testamenti, cui accedit index anomalorum et difficiliorum vocabulorum, item tractatus de Graecis Novi Testamenti accentibus (Lugd. Bat. (?) 1633 (?); herdr. Lugd. Bat. 1640; Amst. 1654, 1664, 1672, 1697); Syllabus Graeco-Latinus omnium Novi Testamenti vocum, cui adjecta est Idea de septem Novi Testamenti dialectis (Fran. (?) 1637 (?); Amst. 1648). Na zijn dood bezorgde zijn zoon (zie beneden) de uitgave van zijn Grammatica Graeca Sacra Novi Testamenti (Gron. 1655). Zijn eerste vrouw was Apollonia Hendsch, dochter van een burgemeester te Herborn (overl. in 1614); hij hertrouwde met Magdalena Ursinus, weduwe van Phil. Sengel te Dillenburg (overl. 1631). Hij is begraven in de academiekerk. Matthias Pasor, die volgt, is zijn zoon.
Zijn geschilderd portret door een onbekenden kunstenaar is in het stadhuis te Franeker.
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland III ('s Hert. 1856), 78 v., 678; W.B.S. Boeles, Frieslands hoogeschool en het rijks-athenaeum te Franeker II (Leeuw. 1879), 128-131; Bibliotheca theologica et philos. (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans, 1900), 473; Herzog's Realencyklopädie XXI (1908), 370, regel 46 v.; C. Sepp, Het godgeleerd onderwijs gedurende de 16e en 17e eeuw II (Leid. 1874), 86, 123, 279; E.J.W. Posthumus Meyes, Jacobus Revius.... (Amst. 1895), 135 v.
Knipscheer