[Montanus, David]
MONTANUS (David), of van Bergen, overl. te Sluis in 1687. Hij was predikant te Maartensdijk in 1653 en te Sluis in 1656. Hier heeft hij Jacobus Koelman (zie dl. III, kol. 709 en dl. V, kol. 301 v.) bevestigd op 13 Aug. 1657. Wat hem verder te Sluis wedervoer, leze men bij Krull (t.a.p.). Hij schreef: Een bondelke myrrhe van den lijdende en strijdende Christus (Rott. 1664); Gezangen over het groot intrest van den Christen (Amst. 1682); Het dagelijksch leven van een welgesteld Christen (Amst. 1682); Gulde keten der christelijke deugden (Rott. 1714), ook wel aan Arn. Montanus toegeschreven (vgl. vorig art.); Thomas à Kempis.... op duytsche rijmmael uytgebreydt, 1ste boek (Midd. 1665); Bethlehems stal-licht.... (Midd. z.j.); Geestelijke overwinning. Goude appelen in zilveren schalen; Gezangen der H. Schrift. Hij vertaalde uit het Fransch een uitgave van Rivet (dl. VII, kol. 1051 v.): Goede ouderdom, uitgebeeld in een latijnschen brief aan.... Wilhelm Rivet, sijn broeder. Met sijn laetste uren, den 2den druk, oversien en verbetert, overgezet door D.M., predikant tot Sluys (Utr. 1657) (vergelijk H.J. Honders, Andreas Rivetus, 's Gravenh. 1930, 146-157, 176-179); en uit het Engelsch een uitgave van Th. Brooks als: Gouden appelen voor jonghmans ende jonghe dochters en oock een kroone der heerlykheyt voor oude mannen ende vrouwen, door D. Montanus (Utr. 1663; Rott. 1669).
Zie: Kerkelijk Handboek (1909) Bijl., 148; (1910), 160; A.F. Krull, Jacobus Koelman (Sneek 1901), 13, 20, 30, 44, 55, 61v., 73, 81, 84, 88, 98; R. Arrenberg, Naamregister v. nederduitsche boeken tot 1787, 92; H.C. Rogge, Bibliotheek der Contra-Remonstr. en Geref. geschriften (Amst. 1865), 164 v.; Muller, Catalogus v. holl. godgel. werken, 104, no. 964; Cat. der Maatsch. van Ned. letterkunde I, 143; A.C. Duker, Gisbertus Voetius III (Leid. 1914), 227, aant. 1.
Knipscheer