[Montanus, Arnoldus (2)]
MONTANUS (Arnoldus) (2), geb. te Schoonhoven 1 Juni 1669, overleden te Lekkerkerk 5 Mei 1743. Zijn gelijknamige vader, die in dl. VIII, 1172 wordt vermeld, werd in 1625 te Amsterdam geboren en stond vóór zijn komst te Schoonhoven, sedert 1653 te Schellingwoude; hij had daar tot opvolger: Petrus Montanus (3), zie art., waarsch. zijn broeder, want deze was ook te Amsterdam geboren. Het is dus niet onmogelijk dat deze predikanten behooren tot het geslacht dat in Alg. Ned. Familiebl. VI, 42, wordt behandeId.
Arnoldus werd te Leiden 1 Mei 1690 student in de theologie. Candidaat geworden, beriep men hem te Lekkerkerk en hij stond op deze zijn eenige standplaats van 1 Januari 1702 tot zijn dood. Hij gaf in het licht: Asafs geestelijcke overwinninghe na langen zelfstrijdt, aengetoont in eenighe Redevoeringhen over den LXXIII. Psalm (Rotterd. 1717); Euthanasia, ofte wel sterven, waerin van den dood in 't gemeen en van alles wat tot het wel en salig sterven behoort, met W. van Eenhoorn (Amsterd. 1744) 2 dln.; Gulden Keeten van de voornaemste deugden der Christenen, dat ook wel aan David Montanus wordt toegeschreven.
Zie: Boekzaal, 1718b, 39.
Regt