[Mieris, Willem van]
MIERIS (Willem van), schilder, etser, boetseerder, werd geb. 3 Juni 1662 te Leiden en is aldaar overleden 27 Januari 1747. Hij was de tweede zoon van Frans v.M. den Oude, die voorgaat, en Cunera van der Cock; hij had een broeder Jan, die ook schilder was. Zijn vader stierf toen hij 18 jaar was. Hij was diens leerling en schijnt na hem geen anderen leermeester gehad te hebben. In 1683 komt hij voor in het leidsche St. Lucasgilde; het volgend jaar huwde hij met Agneta Chapman, die hem een jaar overleefde. Zij hadden een zoon F.v.M. den Jonge, ook schilder (dl. VIII, kol. 1154). W.v.M. bleef gedurende zijn geheele leven in Leiden wonen, maar had behalve zijn leidsche begunstigers, als Alard de la Court van der Voort, ook tal van begunstigers in den Haag en Amsterdam. In 1695 komt W.v.M. voor in het Ieidsche Studentenalbum. Op lateren leeftijd werd hij geheel blind. Zijn nagelaten schilderijen werden door zijn zoon afgemaakt. W.v.M. heeft vooral schilderijen met mythologische en bucolische voorstellingen gemaakt. Zijn vroege werken hebben sterke tegenstellingen van licht en donker, zijn latere werken zijn glad. met vele bijzonderheden. Hij schilderde op de manier van zijn vader, doch paste zich aan zijn eigen tijd aan. Voor de la Court v. der Voort heeft hij tal van schilderijen van zijn vader gecopieerd. Het Museum te Dresden bezit een groot aantal schilderijen (13) van hem. Hij heeft ook geëtst en in was geboetseerd, modellen van metalen pronkvazen en terracotta-reliëfs gemaakt, waarvan helaas niets is overgebleven. Leerlingen en navolgers waren zijn zoon, verder A. van der Eyck en J.B. Grundmann, die een leerling van C.W.E. Dietrich was. Naar hem hebben o.a. prenten