Hollandsch verschenen als: Beschouwende en praktikale godgeleerdheit (Amst., Utr. 1749), en kostte toen 16 gulden. Nog schreef hij: Contra Beckerum (Traj. 1692). Henricus Pontanus gaf een lijkrede, over hem 24 Febr. 1706 uitgesproken, in het licht als: Oratio funebris (Traj. ad Rhen. 1706).
Zijn door H. van Veldhoven geschilderd portret is in de universiteit te Utrecht; gegraveerde portretten door J. Folkema, J.G. Mentzel en door P. van Gunst naar G. Hoet.
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland II ('s Hert. 1853), 470 v.; Kobus en de Rivecourt, Biogr. handwoordenboek II (Zutphen 1870), 265; R. Arrenberg, Naamregister van nederduitsche boeken tot 1787, 340; Bibliotheca theologica et philos. (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans 1900), 786 (no. 581 v.); L. Knappert, Gesch. der Ned. Herv. Kerk II (Amst. 1912), 18; J.J. Herzog, Realencyklopädie XVIII (Leipz. 1906), 757.
Knipscheer