‘Daar Christus verraden werd’ en ‘Een Italiaansche dame’, voorkomend op de veiling-P. Six in, 1704. Eerst Kronig publiceerde in 1910 een aantal gegevens over zijn werk, zonder dat men, toen nog wist, waar de schilder thuis behoorde. Dit werd pas ontdekt door Straat. Ten slotte heeft Heppner in 1934 na het vinden van den grafsteen van den schilder en zijn vrouw een belangwekkend artikel aan hem gewijd, waaruit eens te meer blijkt, dat ook buiten de bekende centra de hollandsche schilderkunst in de 17e eeuwbloeide.
Mancadan was een landschapsschilder van onmiskenbare kwaliteiten. Men kent slechts één gedateerd stuk van hem, dat zich thans bevindt in de coll.-Rosenthal te Frankfurt a.M.; het stelt voor een berglandschap met een in een romeinsche ruïne ingebouwden watermolen, gesigneerd J.M. fe. 1642. Dit schilderij in den trant van Mozes van Uytenbroeck stelt Heppner aan het begin van Mancadans werkzaamheid. Later schilderde Mancadan dergelijke landschappen met meergedetailleerde herdersscènes, kudden vee e.d., die herinneren aan Abr. Bloemaert. Ook invloed, van Molijn en van Goyen, later van Cuyp en Potter, ten slotte weer van de italianisten Both en Hackaert neemt Heppner bij Mancadan aan. Daardoor is het mogelijk dat Mancadan niet zelf in Italië is geweest, maar via anderen italianizeerenden invloed ondervond.
Geheel hollandsch is zijn landschap ‘Adriaan Geerts Wildervank te midden zijner veenderijen’ (omstr. 1647), thans in het Gem. museum te Groningen. Een ander hollandsch polderlandschap, indertijd in den kunsthandel te Londen, vindt men afgebeeld bij Kronig.
De firma Goudstikker te Amsterdam bezit een groot aantal werken van Mancadan. Verderbevinden zich werken van hem in: het Mauritshuis, het museum-Bredius en de coll. S.W.F. Margadant te 's Gravenhage, de coll. A.T. Wybrands te Hilversum, Mus. te Aken, Kaiser-Friedrich-Museum Berlijn, Musée des Beaux Arts Brussel, Museum Emden, coll.-Univ. Göttingen, coll.-Earl Howe te Gopsall, coll.-Stüve te Osnabrück, Museum Riga, Univ. te Stockholm, Museum Tours, coll.-E. Brands te Wiesbaden enz. In oudere catalogi en inventarissen komt de schilder soms voorals Manckendam, Manthendam, van Monckendam enz. Hij signeert J.M. of J. Mancadan. Zeestukken of portretten van zijn hand zijn tot dusverre niet gevonden; deze moet hij wel hebben geschilderd.
Dat hij een leerling geweest is van den leeuwarder schilder Lambert Jacobsz. (dl. VIII, kol. 913) onderstelt A. Wassenbergh in den catalogus van de herdenkingstentoonstelling van laatstgenoemden schilder te Leeuwarden (Juni-Sept. 1936).
Zijn zoon Sibrandus Jacobi Mancadan, geb. te Franeker omstr. 1635, studeerde in de theologie en werd predikant te Oosterwierum 1658. Meermalen was deze praeses of scriba van de classis, classicaal of synodiaal deputaat en lid van de synode. Als fiscus van de classis van het gewest moest hij in 1673 afrekening doen; er bleek toen dat hij een tekort in kas had. Het ging daarna snel bergafwaarts met Mancadan en op 15 Juni 1676 werd hij uit zijn dienst ontzet wegens dronkenschap, ergerlijke misdragingen ‘een predikant niet betamende’ en onkuischheid vóór het huwelijk met zijn derde vrouw Catharina Abrahami Mederhuys, een predikantsdochter. Dit vonnis werd door prov. synode in 1677 bevestigd; men had echter medelijden met hem en achtte hem wederom beroepbaar na een half jaar,