zijner tante Baetse van Lom op 23 Jan. 1529 met den hof Tusschenmolen te Leuth bij Venlo en als erfgenaam zijns vaders op 10 Juni 1544 met den hof gen Holte te Kessel (Lb.) beleend. Hij vernieuwde daarvoor den leeneed 21 April 1556. Den 7den Dec. 1545 verschenen voor scholtis en schepenen van Herten en Ool Adolf van Waldoos, genaamd Baerle, en diens echtgenoote Anna van Bree, die verklaarden verkocht te hebben aan Johan van Lom de Jonge en zijn erven een rente van negen hornsche postulaatsgulden, staande verhypothiseerd op Branshof te Ool, in behoeve der erfmissen door Johan's vader gesticht. Deze rente werd 13 Dec. 1584 door Johan's gelijknamigen zoon afgelegd. Den 11. Nov. 1546 verklaarde de Magistraat van Venlo, dat Johan van Lom een erfrente van 5 philipsgulden, ten behoeve van zijn goed Cranevelt heeft overgenomen van Jan Verwer te Weert, die ze geërfd had van den priester Mathijs Colen aldaar. Toen genoemde Magistraat in hetzelfde jaar toestond, dat hij deze rente zou afleggen, vereerde zij hem met 8 quarten wijn bij Henrick Moutz en 16 quarten wijn bij Stijn van Lom (stadsrekening van Venlo 1546). Johan was in 1529 gehuwd met Eva van Krieckenbeck genaamd Baerle (geb. 21 Dec. 1512, overl. 24 Febr. 1540), die hem vier kinderen schonk: Johan, heer van het huis Westringh, gelegen te Maasbree, huwde volgens huw. contr. 13 Febr. 1562 Margaretha de Pollart; Catharina, had een jaarrente van 27 goudgulden op de stad Venlo, die zij aan haar nicht Johanna, dochter van haar broeder Johan, had overgegeven; zij wordt vermeld in de bijlagen der stadsrekeningen van Venlo 1575-78; zij was matersse of overste van het klooster Maria-Garde te Roermond, als zoodanig vermeld o.a. 10 Febr. 1581
in het protocollenregister van Roermond 1548-91, fol. 336; Anna, huwde met Loeff Ingenhaeff; en Johanna, huwde volgens contract dd. 5 Jan. 1572 Dederich de Pollart. Behalve deze kinderen had hij ook nog een natuurlijken zoon Johan, wiens zoon Jacob voorgaat.
Zie: Genealogie Hoeufft, 37; A.F. van Beurden, Het Roermondsche Regeeringsgeslacht van Wessem (Sittard 1906), 62; A.J.A. Flament, Chroniek van de heerlijkheid Weert in Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg XXIX (1892), 159; Inventaris stadsarchief van Venlo, no. 738; J. Verzijl, Het adellijk geslacht van Lom van Westeringh in Maasgouw (1928), 71 (hier verbeterd); dez., Johan van Lom, bijgenaamd de Oude, schepen en burgemeester van Roermond in Maasgouw (1934), 10-12; over Catharina: A.F. van Beurden, Gegevens over de Roermondsche Kloosters in Limburg's Jaarboek XXIV (1918), 3-4, 80.
Verzijl