[La Martinière, Antoine Augustin Bruzen de]
LA MARTINIÈRE (Antoine Augustin Bruzen de), geb. te Dieppe in 1683, overl. te 's Gravenhage in 1749. Hij studeerde te Parijs onder leiding van zijn verwant Richard Simon; daarna begaf hij zich naar het hof van den hertog van Mecklenburg, die hem belastte met het opstellen van een geografische geschiedenis van dat hertogdom. Na diens dood trad hij in dienst van den hertog van Parma, die hem met een opdracht voor de Staten-Generaal naar den Haag zond, waar hij, behoudens enkele jaren, die hij in Amsterdam doorbracht, tot zijn dood gewoond heeft. De koning der beide Siciliën benoemde hem tot zijn secretaris. Hij had reeds lang het plan opgevat een nieuw aardrijkskundig woordenboek samen te stellen, hetwelk hij in den Haag vervaardigde. De koning van Spanje, aan wien hij zijn werk opdroeg, benoemde hem als blijk van erkenning tot zijn eersten geograaf. De geschiedenis, aardrijkskunde en letterkunde waren zijn geliefde studiën. Men heeft van hem vele werken over deze verschillende onderwerpen, o.a.: Le grand Dictionnaire géographique, historique et critique (la Haye, 1726-29, 10 dln. fol.; Paris 1768, 6 dln. fol.), met verbeteringen, veranderingen en toevoegsels. La Martinière, die een verlicht katholiek was, voegde in zijn uitgave een lang hoofdstuk in over La monarchie ou autorité temporelle du Pape. Verdere werken van hem zijn: Continuation de l'histoire de France sous le règne de Louis XIV, begonnen door I. de Larrey (Rotterdam 1718-22, 3 dln. 4o.); Nouveau recueil des épigrammatistes français (Amsterdam1720, 2 dln. 12o.); Traités géographiques et historiques, pour faciliter l'intelligence de l' Ecriture Sainte (1730, 2 dln 12o.);
Introduction générale à l' étude des sciences et des belles-lettres, en faveur des person-