[Lake, Gulielmus van]
LAKE (Gulielmus van), geb. te Middelburg, liet zich in 1651 als student inschrijven aan de hoogeschool te Utrecht, studeerde er in de theologie en onderging den invloed van Coccejus, maar of hij in de kerk werkzaam is geweest, bleek tot dusverre niet. Van hem verscheen onder schuilnaam: Over de vergeving der Sonden der Vaderen, onder het Oude Testament van Godt geschiedt. Met zijn naam schreef hij: Bewijs en Verdedigingh van de Waerheyt en Godlyckheyt der Heylige Schriftuere en der Religy daer in begrepen (Middelb. 1676, Amsterd. 1739); Het geroup van Weduwen en weesen ten hemel (Vlissingen 1678); De Teykenen der Tyden, in drie onderscheydene Periooden, loopende soo voor, met, als ook na de komste vanden Messias (Middelb. 1683); De Vertroostinge Israëls (Middelb. 1684); De smerten des Messie en desselfs Heerlykheyt daerop volgende (Middelb. 1701, Utr. 1712).
Zie: de la Rue, Godgel. Zeeland, 46.
Wumkes