[Kinschot, Mr. Jasper van (2)]
KINSCHOT (Mr. Jasper van) (2) of Casper, Caspar v.K., geb. te 's Gravenhage 12 Nov. 1622, gedoopt op denzelfden dag in de Gr. K., overleden te Middelburg 31 Dec. 1649, begraven Gr. K. te 's Gravenhage, zoon van Mr. Louis (of Lodewijk), die volgt, en van Maria de Jonge.
Hij legde zich bijzonder toe op de latijnsche dichtkunst en studeerde in de rechtsgeleerdheid, waarschijnlijk eerst te Utrecht, maar sedert 21 April 1640 te Leiden. Daarna bereisde hij een groot deel van Duitschland, Zwitserland en Frankrijk en promoveerde vermoedelijk te Orleans in 1645.
In 1646 werd hij gekozen in het gevolg van het nederlandsche gezantschap, dat naar Munster werd afgevaardigd om over den vrede te onderhandelen. Waarschijnlijk ging hij als particulier secretaris van een der gevolmachtigden (Adr. Pauw?) mede.
Hier viel hem, wegens zijn hoffelijke en innemende manieren de eer te beurt om de echtgenoote van den franschen ambassadeur, de hertogin de Longueville, die te Munster met groote statie haar intocht deed, namens den nederlandschen ambassadeur te begroeten. Bij de vreemde gezanten was hij zeer geacht; hij maakte te Munster vele vrienden, waaronder den kardinaal Fabio Chigi (den lateren paus Alexander VI), en zou het op de staatkundige loopbaan waarschijnlijk ver hebben gebracht, indien hij niet op jeugdigen leeftijd was overleden.
In het begin van 1649 keerde van Kinschot naar 's Gravenhage terug, zette zijn studiën voort en bleef de fraaie letteren getrouw. Zijn dichterlijke aanleg werd door omgang met Nic. Heinsius en anderen sterk ontwikkeld:. in zijn gedichten zag men een meer dan gewoon talent en men drong er op aan dat hij ze te zamen in druk zou geven. Zijn nederige aard verzette zich hiertegen en hij wenschte ze zelfs alle te verbranden. Maar ten laatste is dit door zijn vrienden verhinderd: zij werden zooveel mogelijk bijeengebracht, maar zagen pas in 1685 bij Arnoldus Leers te 's Gravenhage door de goede zorgen van Jacobus Gronovius het licht onder den titel: Caspari Kinschotii Poëmata In Libris IV digesta, Quorum primus Sacra et Pia; secundus Elegias et Eclogas; tertius Res gestas; quartus Miscellanea continet, met zijn fraai gegraveerd portret naar het beneden genoemde geschilderde portret door Gerard ter Borch.
Vooral die gedichten, welke betrekking hebben op het ontzet van Leiden, op den vrede van Munster en op de groote overwinning die M.Hz. Tromp in 1639 behaalde, werden als uitmuntend aangemerkt. Van v.K. kwam nog afzonderlijk uit: