ratie van prof. Abraham Wieling (1727) en prof. J.O. Schacht (1728), een dichterlijk grafschrift op Ds. Tiberius Arnoldi (overl. 1741) en een gedicht aan G. Benthem bij diens bevestiging als predikant te Oldeholtpade. Bovendien is de rede bekend, waarmede hij op de friesche synode van 1750 het rapport der correspondenten opende en het nut der synoden betoogde naar aanleiding van Joh. 19:23, 24, vergeleken met Psalm 22:19 over den rok zonder naad.
Zie: T.A. Romein, Naamlijst der predikanten van Friesland (Leeuw. 1886), 670; W.B.S. Boeles, Frieslands hoogeschool en Athenaeum (Leeuw. 1876) II, 428, 429; S. Cuperus, Kerkelijk leven der Hervormden in Friesland tijdens de Republiek (Leeuw. 1916) I, 28; Schotel, Kerkelijk Dordrecht II, 319, 320; de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. ('s Gravenh. 1931) IV, 535.
Wumkes