ringh, van wien Houbraken vertelt, dat hij hem ook in Italië vergezelde. Als hij naar Holland terugkeert, gaat hij bij Ger. de Lairesse in Amsterdam werken. In 1687 is hij te 's Gravenhage. In opdracht van Willem III heeft hij met Meyeringh groote wandschilderingen gemaakt voor het slot te Soestdijk en het Loo. Voor het schildersgilde te 's Gravenhage schilderde hij een groot schoorsteenstuk. Hij heeft vooral landschappen gemaakt, die sterk onder invloed van Poussin stonden. Ger. de Lairesse en Dirk Maas hebben er meermalen figuren in geschilderd. Bovendien kennen wij van hem historische voorstellingen, illustraties voor fabels en etsen o.a. naar Poussin en de Lairesse. Zijn laatste levensjaren heeft hij met zijn vrouw, die een zuster van den architect Vennekool was, in het Proveniershuis te Schoonhoven doorgebracht.
Zie: A. von Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon I (1906), 587; U. Thieme und F. Becker, Allgem. Lexikon der bildenden Künstler XIV (1921), 243.
van Guldener