er in 1811 het Gemeenlandshuis inrichtte. Sedert zijn vestiging te Rotterdam (die terstond bij zijn komst hier te lande plaats had) raadpleegde hem het Stadsbestuur steeds over alle belangrijke bouwplannen. Zoo werd hem in 1780 en 1781 de verbetering, vergrooting en vernieuwing van het Raadhuis toevertrouwd; evenwel de nood der toenmalige tijden verhinderde de verwezenlijking der teekeningen, door hem te dien einde ontworpen, en met de noodige berekeningen en bestekken ingediend.
Bovendien bouwde hij in zijn woonstad het Arsenaal aan het Oostplein, dat later Marinierskazerne werd, de Concertzaal in de Bierstraat, het orgel in de Groote kerk, het buitenverblijf Vredesteyn aan den Schiedamschesingel, de voormalige bierbrouwerij ‘de Twee Leeuwen’ op de Leuvehaven, de huizing en azijnplaats ‘de Eendragt’ aan de Schiekade, alle door sierlijkheid en smaak van aanleg uitmuntende, niet minder dan de fraaie woonhuizen der familie van Hoboken (Leuvehaven), der douairière van Pallandt-Keppel (Nieuwehaven), der wed. van Reesema (Haringvliet), van den heer Hoffman en van den heer van Casteel (beide in de Boompjes) enz. Te Schiedam werd het St. Jacobsgasthuis met de kerk naar zijn plannen en teekeningen gebouwd, ook de Beurs en het huis met de aangrenzende branderij der familie Nolet op de Langehaven (thans Kantongerecht). Te Zegwaard, in 1791, het heerenhuis Palesteyn van baron Osy, terwijl hij aldaar ook de Hervormde kerk in- en uitwendig heeft vernieuwd. Te Voorburg het orgel in de Hervormde kerk. Te Leiden het katholiek weeshuis en de in een kerk herschapen Saaihal. Op Feyenoord (in 1801) het hospitaal, vroeger tot pesthuis gebruikt. Bovendien was hij een beroemd aanlegger van buitenplaatsen, in de omstreken van Rotterdam, Gouda, Voorburg, Voorschoten enz.
Zijn portret in een familiegroep van silhouetten berust in de pastorie van de Rosaliakerk te Rotterdam.
Zie over hem de Beschrijving van eene kunstplaat die bij inteekening zal vervaardigd worden verbeeldende het wonderbaarlijk instorten van het nieuw gewelf van 's Lands nieuw-Arsenaal te Rotterdam, aanwezig in het Gemeente-archief ald., het opstel van Dr. Wap in de Algemeene Konsten Letterbode, no. 13 van 1861, overgenomen door Kramm in zijn Supplement op de Levens en Werken der hollandsche en vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters en mijn opstel De architect Jan Giudici 1746-1819 in Rotterdamsch Jaarb. (1934), 29-41.
Wiersum