[Bondt, Johannes]
BONDT (Johannes), geb. te Amsterdam 18 Nov., gedoopt ald. Westerkerk 21 Nov. 1700 (niet 1701) als Jannus Bont, overl. te Voorburg 19 Nov. 1754. Hij was een zoon van den kleermaker Jacobus Bont, van Leiden afkomstig, die 29 Mei 1695, woonachtig in de Leliedwarsstraat te Amsterdam, huwde met Hendrikje Gerritsdr., weduwe van Reynier de Vogel. Hij liet zich 1 Aug. 1722 te Leiden als theologisch student inschrijven (‘Joannes Bont’), werd als proponent 18 Nov. 1725 beroepen te Oosteren Westerblokker en werd aldaar 23 Juni 1726 bevestigd. In Aug. 1727 bedankte hij voor een beroep naar Landsmeer, maar nam 29 Sept. 1732 een beroep naar Voorburg aan. Aldaar werd hij 16 Nov. d.a.v. bevestigd. In 1742 bedankte hij voor een beroep naar Enkhuizen. Op zijn 54sten verjaardag overviel hem een beroerte, waaraan hij den volgenden dag bezweek. Van zijn hand is de voorrede van het vertaalde werk van den londenschen predikant J. Wright, Verhandeling over de wedergeboorte (Rotterdam 1744).
Bondt is driemaal gehuwd geweest. Eerst (ondertr. te Amsterdam 3 Aug. 1730) met Geertruida Mullerius, van Amsterdam. Daarna huwde hij Cornelia Johanna de Wijs, die in 1735 overleed. Zijn derde vrouw overleefde hem. Zijn zoon Nicolaas (1) volgt. Een andere zoon, Jacob, liet zich te Harderwijk inschrijven 14 April 1755, nogmaals als jur. cand. 14 Juni 1756 en promoveerde aldaar op proefschrift De nuptiis (Harderovici 1756). Een derde zoon, Johannes, werd geb. te Voorburg 2 Dec. 1739, te Leiden ingeschreven 13 Sept. 1757, werd daarna predikant te Wilsveen 1763, te Maasland 1769, te Hillegersberg 1774 (hij werd ald. bevestigd door zijn zwager A.F. Matheus, predikant te Wognum), te Oost-Zaandam 1779,