Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

[Vijgh, Nicolaas]

VIJGH (Nicolaas), heer van Ubbergen en Sleeburg, overl. in 1663, zoon van Karel (vgl. art. hiervoor) en Johanna van Boinen burg gen. Honstein, was in 1625 vaandrig, in 1630 schepen en raad, vervolgens burgemeester der stad Nijmegen; 1632-62 lid der Ridderschap van het kwartier van Nijmegen en lid van den Raad van State. Hij werd 8 Aug. 1628 met Ubbergen beleend en hiermede opnieuw 26 Mrt. 1633 door overdracht van zijn broeder Arend. Hij beoefende ook de oudheidkunde, deed menige oudheidkundige vondst in den bodem zijner heerlijkheid Ubbergen, waarvan hij trouw bericht gaf aan den nijmeegschen oudheidkundige en predikant Johannes Smetius. Hij was in 1633 gehuwd met Geertruid Hackfort, erfdochter van de Schaffelaar, dochter van Johan en Geertruid van Delen, en hertrouwde te Zoelen in Mei 1640 Odilia van Raesfelt, dochter van Johan en Gijsberta van Aeswijn. Uit het eerste huwelijk o.a. Karel of Charles, heer van de Schaffelaar, geb. 1634, geadmitteerd in de Ridderschap van Nijmegen 10 Oct. 1656, overl. 22 Dec. 1657, huwde 20 Mei 1656 zijn nicht Johanna Vijgh, vgl. art. A. Vijgh; Hendrik, geb. 1635, overl. 1675, geadmitteerd in de Ridderschap van Nijmegen 10 Mrt. 1664, kolonel, werd 1663 met Ubbergen beleend. Uit het tweede o.a. Arnold, luitenant van de cavalerie, doodgestoken 13 Apr. 1673; Geertruid, vrouwe van Ubbergen, dat zij van haar broeder Hendrik erfde, overl. te Vredestein 28 Aug. 1714, oud 71 jaar, begr. te Ubbergen, huwde Louis van Steelandt, heer van Grijsoord en Oudenhoorn, drost van Buren (aldaar overl. 31 Oct. 1710, oud 76 jaar).

Zie: J. Anspach, Het geslacht Vijgh in Heraldieke Bibliotheek N.R. I³ (1878), 280-284; W. de Haas, Het geslacht Vijgh aldaar N.R. II¹ (1879), 77; W.J. d'Ablaing van Giessenburg, De Ridderschap van het Kwartier van Nijmegen, 224, 286, 305.

Verzijl