[Vries, Adriaan de]
VRIES (Adriaan de), de Fries, geb. te 's Gravenhage 1560, overl. te Praag vóór Juni 1627. Hij vestigde zich als beeldhouwer en bronsgieter te Praag, waar hij spoedig een beroemdheid was. Zijn leermeester was Jean de Boulogne uit Douai, overl. te Florence 1608. Deze werd om strijd gezocht door de vorsten van dien tijd; keizer Rudolf II verhief hem in den adelstand; toch verbleef hij meestal in Italië. Door tusschenkomst van zijn beroemden meester werd Adr. de Vries, die ook in Rome werkte, van uit Italië naar Praag geroepen en als beeldhouwer van keizer Rudolf aangesteld 1 Mei 1601, tegen vaste bezoldiging. Vandaar dat men de meeste zijner werken te Praag vindt. Voor twee fonteinen der stad Augsburg vervaardigde de Vries de beelden van Hercules en Mercurius, 1602. In Stadthagen toont men van hem een groep, de Verrijzenis van Christus, 1620. Nog vele zijner mythologische figuren voor Wallenstein en anderen, in beeld en buste, zijn bewaard gebleven. 1588 werkte hij bij hertog Karel Emmanuel I van Savoye. Een bronzen groep van Mercurius, nu in het museum het Louvre, door A. de Vries vervaardigd voor het keizerlijk paleis te Praag 1590, werd geroofd door de zweedsche soldaten en 1648 naar Stockholm overgebracht. Koningin Marie Christine van Zweden bracht het mede naar Parijs en schonk het aan een franschen minister. In het museum te Edinburg is een verkleinde groep in brons, Samson een Filistijn doodend, naar J. de Boulogne en geteekend A. de Fries. Voor koning Christiaan van Denemarken leverde hij 1617 de figuren voor de fontein in het slot Frederiksborg, welke als buit door de Zweden naar Drottingholm gevoerd zijn. 1621 kwamen de bronzen groepen voor het slotpark te Buckeburg gereed. Nog kan men kunstwerken bewonderen van de Vries in den Dom te Breslau, te Dresden, Londen (South-Kensington), Weenen (museum), enz.
Ofschoon onder zijn gegraveerd portret bij C. van Mander, Het leven der ... schilders (Amst. 1617), fol. 182b staat: Adr. de Vries, Pictor Hagiensis, en een spreuk: Friso bonus pictor pario quoque marmore finxit, is toch geen enkel schilderstuk van hem bekend.
Zijn portret is gegraveerd door Hondius, een ander door J. Ladmiral (in van Mander uitg. 1764, II, 260).
Zie: Edm. Marchal, Les sculpteurs des Pays-Bas, 142, 174; A. Michel, Histoire de l' Art V, 134, 135, 139, VI, 694-695, 756, VII, 302, 311.
Fruytier