Hij studeerde in de Oostenrijksche Nederlanden en werd ambtman van het Land van Kuik en de stad Grave en drossaard van het district Boksmeer, toen door de Franschen geoccupeerd en in 1800 aan de Bataafsche republiek afgestaan.
Op 17 Oct. 1805 werd hij benoemd tot lid van het bestuur van het departement Brabant en bij de regeling van dat bestuur op fransche leest werd hij 7 Mei 1807 benoemd tot assessor van den landdrost in hetzelfde departement. In 1809 werd hij benoemd tot eersten secretaris van het Kabinet van koning Lodewijk. Hij verhuisde toen naar Amsterdam.
Na onze annexatie bij Frankrijk ging hij als zoodanig in Juli 1810 over in den dienst van den luitenant-generaal, na 1 Jan. 1811 gouverneur-generaal Lebrun, hertog van Plaisance (Piacenza).
Op 10 Jan. 1811 werd hij benoemd tot secrétaire des commandements du gouverneur-général.
Hij bleef tevens assessor en ging na de annexatie van Brabant in Mrt. 1810 over in den conseil départemental van het nieuwe departement Bouches du Rhin, bestaande uit de Meierij en Gelderland bezuiden de Waal. Beide betrekkingen combineerde hij tot Nov. 1813.
Kort daarna ging hij weder te Boksmeer wonen. Hij werd 6 Apr. 1814 door den Souvereinen Vorst tot lid der Nationale Vergadering benoemd. Op 29 Apr. d.a.v. was hij een der door dien vorst aangewezen notabelen, die uit religieuze bezwaren tegen de grondwet stemden.
Op 1 Sept. 1815 benoemde de Koning hem tot lid der Tweede Kamer. Hij sprak hier weinig anders dan als rapporteur, maar was meestal gouvernementeel, hoewel hij eens met zijn neef A.G. Verheijen (zie boven) den doorslag heeft gegeven, en wel op 20 Febr. 1818, toen door hun stemmen het ontwerp van wet tot het bedreigen van straf tegen overtreding der drukperswet met 39 tegen 36 stemmen verworpen werd.
Bij hun beider aftreding tegen Oct. 1829 was hij evenals genoemde neef regeeringscandidaat, deze werd herkozen maar hij viel 10 Juli met 20 stemmen op hem tegen 22 op Luyben (dl. VIII, kol. 1079). De Staten maakten dit goed door hem 5 Juli 1832 opnieuw tot lid der Kamer te verkiezen. Hij bleef dit nu tot zijn overlijden.
Hij huwde (ondertr. 7 Jan. 1803) Francisca Adriana Clara van der Veecken, geb. 17 Mrt. 1779, overl. 9 Dec. 1853, uit welk huwelijk o.a. geboren werd Franc. Arn. Ed. V. (zie dl. VI, kol. 1300).
Ramaer