Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

[Valkenburg, Dirk heer van (3)]

VALKENBURG (Dirk heer van) (3), overl. in 1306, zoon van Walram (die volgt) en Philippa van Gelder, volgde zijn vader in 1302 als heer van Valkenburg, Monjoie, Sittard en Susteren op. Van zijn bestuur is weinig bekend. Onder zijn regeering trachtte Gerard van Gulik van den duitschen Keizer gedaan te krijgen, dat deze Dirk het eereambt van ondervoogd van Aken zou ontnemen en aan hem, Gerard, schenken. Adolf van Nassau had in 1292 dit eereambt aan Walram, Dirks vader, ontnomen en het geschonken aan Walram van Gulik, Gerards vader. Na diens dood was Walram van Valkenburg er in geslaagd, zich opnieuw in bezit te stellen van dat ambt. Ofschoon de Keizer op Gerards hand was, wist

[p. 1155]

Dirk zich toch in het bezit van ditambttehandhaven, echter onder de zeer bezwarende voorwaarde, dat hij hiervoor in 1305 om een verlenging van vijf jaar te verkrijgen aan den Keizer een som van 1400 gulden moest betalen. Hij genoot echter niet lang van die verlenging, daar hij reeds het jaar daarna kinderloos overleed.

Zie: S.P. Ernst, Histoire de Limbourg V, 290-292; E. Franquinet, De heerlijkheid Valkenburg in de Nedermaas (April 1926), 106.

Verzijl