Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1109]
| |
jaren - van 1462 tot 1465 - werkzaam aan de reformatie van het niet tot de congregatie van Windesheim behoorende vrouwenconvent Mariënberg bij Helmstadt. Daar werd zij om haar kundigheden onderwijzeres: zij gaf aan jonge meisjes en nonnen les in den zang en de gewone schoolvakken, met name in de latijnsche grammatica, waarvan zij goed op de hoogte was. Toen zij en haar beide gezellinnen naar het vaderland waren teruggekeerd, ontvingen zij namens de kloosterlingen van Mariënberg een tweetal brieven vol dank, ‘tevens getuigende van de droefheid die haar vertrek had veroorzaakt en de hartelijke liefde waarmede het aandenken aan haar bewaard bleef’ (van Slee). Deze brieven met de twee antwoorden daarop zijn in het Latijn geschreven en doen zien dat de schrijfsters zich in die taal wel geenszins onberispelijk, maar toch met zekere vaardigheid wisten uit te drukken; men kan de briefwisseling afgedrukt vinden in het Liber de reformatione monasteriorum van Joh. Busch ed. K. Grube (Halle 1886), p. 624-627. Zie: W. Moll, Kerkgeschiedenis van Nederland vóór de hervorming II, 2de st. (Arnh. 1867), 246-247; J.C. van Slee, De kloostervereeniging van Windesheim (Leid. 1874), 139-140, 289-290, 324; J.G.R. Acquoy, Het klooster te Windesheim en zijn invloed II (Utr. 1876), 186-187, 205, 361, III (Utr. 1880), 206. Brinkerink |
|