[Stel, Adriaen of Ariën van der (1)]
STEL (Adriaen of Ariën van der) (1), geb. Jan. 1605 te Dordrecht als zoon van Simon van der Stelle, lid van de vroedschap, en Mariken Adriaens, vertrok in 1623 met het jacht ‘De Star’ als onderassistent naar Indië en vestigde zich, na beëindiging van zijn verband, als vrijburger en particulier koopman te Batavia, waar hij tot grooten welstand kwam. 27 Juli 1635 strandde hij met zijn eigen jacht op het recif van Braguw (Pegu); aan land gespoeld, werd hij met 12 hollandsche en een aantal inlandsche matrozen door den koning van Siriang tot slaaf verklaard. Door tusschenkomst van den gouverneur van Coromandel, Marten Ysbrantsen, werden de Hollanders na eenigen tijd vrijgelaten. In 1639 moest de commandeur van Mauritius, Pieter de Goyer, wegens wanbestuur aftreden en werd van der Stel tot zijn opvolger benoemd. Hij trad krachtig op, herstelde de tucht en stichtte 8 Mrt. 1642 een kantoor te Antongil, op de N.O. kust van Madagascar. In 1645 verliet hij Mauritius en werd, na een kort verblijf op Batavia, te Negombo op Ceylon geplaatst. 19 Mei 1646 viel hij bij een gevecht den Singaleezen in handen, die hem op gruwelijke wijze doodden; zijn hoofd werd op een paal rondgedragen en daarna, in een zijden doek gewikkeld, opgezonden naar den toenmaligen gouverneur van Ceylon, Maetsuycker.
Kort vóór zijn vertrek naar Mauritius, 24 Mrt. 1639, was v.d. Stel te Batavia gehuwd met Maria Lievens, dochter van den kapitein Hendrik Lievens en een inlandsche vrouw. Een zoon uit dit huwelijk was Symon (zie beneden).
Bij een vrede, welken de Compagnie in 1652 sloot met den koning van Arakan, werd bepaald, dat de kinderen, aldaar ‘van tijt tot tijt geprocreërt’ door Nederlanders bij inlandsche vrouwen, zouden worden vrijgelaten; daaronder wordt genoemd een kind van Adriaen v.d. Stel.
Stapel