[Steghen, Stephanus Petrus van der]
STEGHEN (Stephanus Petrus van der), norbertijn der abdij Averbode, geb. te Thienen 19 Febr. 1644, overleed als abt zijner abdij 9 Sept. 1725. Hij was in de abdij aangenomen als novice 1664. 22 Sept. 1668 werd hij priester gewijd. In de abdij was hij werkzaam als koster, tot hij benoemd werd tot kapelaan te Venlo, een parochie der abdij, Nov. 1677. Nadat hij daar sinds 10 Jan. 1684 als pastoor, gedurende 14 jaar gewerkt had, werd hij tot abt gekozen met groote meerderheid van stemmen en werd ook benoemd door patentbrieven van 24 April 1698. Noode zag men hem te Venlo vertrekken, waar hij door rijk en arm hoog geacht werd. Door zijn ijver en ondernemingsgeest muntte hij uit onder de geestelijkheid van het bisdom Roermond. Hij beschikte over bijzondere redenaarstalenten, zoodat de bisschop van Roermond hem wel betitelde ‘fistula coelestis’. Deze, zeer met hem bevriend, woonde in Averbode de plechtigheid der abtswijding bij. Stephanus van der Steghen was een der verdienstelijkste abten van Averbode. Hij zette de verbouwing en vernieuwing der abdij voort. De regeltucht vond in hem een onverschrokken verdediger. In het archief der abdij stelde hij bijzonder belang. Hij schreef volgens de archiefstukken een kroniek der abdij, stelde lijsten en aanteekeningen op, die nog in Averbode of te Brussel bewaard worden en opgesomd zijn in Biographe nat. Belg. XXIII, 766-767.
Hij schonk aan de parochiekerk te Venlo een geschilderd glasraam en een nieuwen preekstoel.
Zijn portret, een kniestuk, geschilderd door Stramot 1698, bevindt zich nog in de abdij te Averbode. Een afbeelding ervan vindt men bij zijn uitvoerige levensbeschrijving in De Norbertijner abdij van Averbode (Av. 1920), 210.
Zie:L. Goovaerts, Ecrivains, artistes de