voor-kamer’; terwijl hij op 13 Mei 1677 in de Amsterdamsche Courant liet bekend maken, dat ‘van Sichem, Houte Figuer-snijder, is verhuyst en woont in de Amstel Kerckstraet, tusschen de Nieuwe Spieghel- en Leytsestraet recht over de Wilde Boer te Amsterdam, daer Sichem boven de deur staet’. Op 18 Juli 1669 deed hij als ‘plaetsnijder’ (wordt daarmede i.c. bedoeld figuursnijder?) zijn eed als poorter van Amsterdam. In 1685 was hij aldaar nog woonachtig (hij behoorde toen tot de erfgenamen van den kunstschilder Hendrik van Someren, zijn oom van vrouwszijde), doch in de ondertrouwacte van zijn zoon dd. 16 Mei 1693 wordt hij vermeld als in Indië verblijvende. Blijkbaar is hij niet uit rijkdom naar de Oost vertrokken; de door hem beoefende kunst was trouwens in dien tijd te onzent vrijwel teniet gegaan. In de rekeningen van het Hoogheemraadschap van Delfland vindt men vermeld dat in 1672 aan Christoffel van Sichem werd ‘betaelt £ 10 over het wapen van Zuid-Holland omme daermede te drucken ten dienste van Delfland’.
Uit zijn huwelijk met Leonora Zuytdorp (als zijn weduwe begr. op het Leidsche kerkhof te Amsterdam dd. 29 Juni 1698, komende van het Singel) werd een zoon geboren Johannes van Sichem, die trompetter werd en op 16 Mei 1693 te Amsterdam ondertrouwde met Hanna Michielsdr. Smit.
Prenten van de hand van dezen Christoffel van Sichem zijn niet met zekerheid bekend. Hem worden de volgende prenten toegeschreven: het portret van Paulus Hochfelder uit 1700 en de titelplaten van Commelin's Hortus Amstelaedamensis (Amst. 1701) en Vossius' Opera in sex tomos divisa (Amst. 1701); de Iaatste (een titelvignet) stelt voor Hercules die de Hydra verslaat. De eerstgenoemde prent (kopergravure) dateert echter uit 1600 en is van de hand van Chr. van Sichem (1), terwijl het van de beide laatstgenoemde prenten eveneens zeer de vraag is of Chr. (4) ervan de maker is.
Zie: Nagler, Neues Allgemeines Künstlerlexicon XVI (1846) i.v.; Naglër, Die Monogrammisten II (1860), 806; Obreen, Archief voor Kunstgeschiedenis III, 223; Kramm, Leven en Werken der Holl. en Vl. Kunstschilders V, 1506; Oud-Holland (1884), 186, (1904), 240; Kleerkooper-van Stockum, De boekhandel te Amsterdam, 723; Wurzbach, Küstler-Lexikon II, i.v.; Bredius, Küstler-Inventare III, 801 (waar abusievelijk de schoonouders van C.v.S. staan opgegeven als Hendrik Muller en Leonora van Someren), 812.
Wijnman