[Sichem, Christoffel van (3)]
SICHEM (Christoffel van) (3), ged. te Amsterdam in de Nieuwe Kerk 4 Mrt. 1618, begr. ald. op het Karthuizerkerkhof 2 Oct. 1659, graveur. Hij was de oudste zoon van den voorgaande en huwde, wonende in de Wolvenstraat te Amsterdam (ondertr. dd. 31 Jan. 1642) met Maria d'Assonville; bij den ondertrouw assisterde de kunstschilder Gerrit Abrahamsz d'Assonville, de broeder van de bruid (toen deze zelf ondertrouwde dd. 29 April 1655 was Van Sichem getuige). Reeds enkele maanden na dit huwelijk werd daaruit een zoon geboren. Op 1 April 1659 verkocht van Sichem met zijn zuster Janneke (zie vorig art.) bij willig decreet voor ƒ 1800 ‘een thuin met het grootste woonhuis op Weespad buiten Anthonispoort’ (belast met ƒ 1550 hypotheek). Vooral in latere jaren leefde hij in bekrompen omstandigheden. Op 1 Nov. 1656 maakten hij en zijn vrouw een testament voor notaris van Wijningen te Amsterdam. Bij zijn overlijden woonde hij in het huis genaamd Sichem in de Nieuwe Leliestraat; zijn onaanzienlijke nalatenschap verviel aan de desolate boedelkamer. Uit zijn huwelijk werden zes kinderen geboren, o.a. Christoffel (4), die volgt, en Anna van Sichem, geb. omstr. 1650, die in 1683 huwde met den korendrager Andries Besseling.
Prenten van de hand van dezen van Sichem zijn niet bekend. Nagler vermeldt van Christoffel (2) een St. Francisous met het monogram CVS, f. Ae. 14, terwijl in het Prentenkabinet te Amsterdam worden bewaard een 12-tal kleine houtsneden, op het buitenleven betrekking hebbende, naar Esayas van de Velde, geteekend CVS fecit aet. 12. Zou dit jeugdwerk van Christoffel (3) kunnen zijn (immers van de Velde was omstr. 1590 geboren)?
Zie: Oud-Holland (1884), 186, (1886), 302; Kleerko per-van Stockum, De boekhandel te Amsterdam, 722, 723.
Wijnman