Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1022]
| |
Albertus en Isabella (voorkomend in Historia oder .... Beschreibunge aller fürnehmen Kriegshandel etc., Arnheim 1604 en in E. van Reyd, Voornaemste Gheschiedenissen in de Nederlanden, Arnhem 1626, gerepr. bij H.F. Wijnman, De Van Sichem-Puzzle in Oud-Holland, 1929) voluit geteekend is ‘Carolus a Sichem sculpsit et excudit’. Hij kan niet anders dan een zoon geweest zijn van Christoffel van Sichem (1), die volgt, omdat diens broeder Carel jong overleden is. Behalve Carel wordt ook een Cornelis van Sichem genoemd, die eveneens een zoon geweest zou zijn van Christoffel (1). Reeds bij kunsthistorische auteurs uit de 18de eeuw als Papillon en von Heinecken komt deze voor, toen men nog niet wist dat Christoffels vader Cornelis Karelsz heette. Echter vindt men bijna in alle kunsthistorische hand- en woordenboeken een afwijkende opvatting gehuldigd omtrent de van Sichems; daarom zal het aanbeveling verdienen het bestaan van een Cornelis voorloopig te verwerpen. Kramm, die mededeelt een speciale studie gemaakt te hebben van de werken van de onderscheidene leden der familie, stelt het bestaan van Cornelis naast Carel als zeker: het monogram van Cornelis zou bestaan uit een hoofdletter V, waarvan op het eerste halfcirkelvormige been de C is gelegd, op het tweede been de S, het monogram van Carel uit een V, waarvan het eerste been omgevormd zou zijn tot een K. Deze monogrammen komen inderdaad voor, doch het is onnoodig te zeggen, dat zonder nader bewijs de onderscheiding van Kramm volslagen willekeurig is. In La grande chronique ancienne et moderne van Jean François le Petit (Dordrecht 1601) zijn de titelplaat, het portret van le Petit en verder de portretten van Geertruida van Saksen, Karel V en Maurits van Nassau geteekend met: Christoffel von Sichem, Christof: von Sichem, Crist. von Sichem, Christof: a Siche(m) en Christoffel VSichem en dus blijkbaar afkomstig van Christoffel (1), die volgt; van de andere gravures zijn die van Floris IV, Willem van Henegouwen en Willem van Beieren geteekend KVSichem, de overige (45) met CVSichem ineengestrengeld. Het is natuurlijk mogelijk, dat KVS het monogram is van Carel en CVS van Cornelis; doch dit is slechts een zeer onzekere hypothese. Merkwaardig is in ieder geval, dat bij van Reyd, blz. 26, een portret voorkomt van Matthias van Oostenrijk, geteekend KVSichem, hetgeen vrijwel hetzelfde portret is als bij le Petit, II, blz. 345, op naam staat van CVSichem! Dit maakt de oplossing der kwestie er niet gemakkelijker op. In laatstgenoemd werk komen een 13-tal portretten voor, waarvan 7 geteekend zijn CVS (Philips II, Willem van Oranje, Requesens, Don Juan, Parma, Frans van Valois, Maurits), 3 KVS (Matthias, Leicester, Mendoza), één Sichem (Ernst van Oostenrijk), één ongeteekend (Alva). Voor den opmerkzamen beschouwer vertoonen dezelfde gravures bij le Petit en bij van Reyd kleine verschillen (o.a. Willem I, Requesens, Frans van Valois, Ernst van Oostenrijk etc.), waaruit men kan concludeeren, dat niet dezelfde koperen platen gebruikt zijn. Het fraaie portret van Maurits in eerstgenoemd werk, geteekend Christoffel VSichem, vindt men niet terug bij van Reyd, waar een veel minder geslaagde prent van genoemden staatsman voorkomt, met het monogram CVS. Een portret van Margaretha van Oostenrijk, geteekend KVS, vindt men gereproduceerd bij G.W. Kernkamp, Regeering en historie van | |
[pagina 1023]
| |
Amsterdam in Amsterdam in de Zeventiende Eeuw (1897 e.v.), 13. Zie de litteratuur bij het volgend art. aangewezen. Wijnman |
|