[Sibilla, Gijsbert Jansz]
SIBILLA (Gijsbert Jansz), geb. te Weesp omstr. 1597, overl. aldaar omstr. 1660, kunstschilder. Hij was een zoon van Jan Sibilla en Lijsbeth Claesdr. Van zijn levensomstandigheden is weinig bekend. Reeds op 14-jarigen leeftijd maakte hij voor notaris Bruiningh te Amsterdam zijn testament, waarbij hij zijn moeder tot erfgename instelde (30 Jan. 1612). Vermoedelijk ging hij daarna te Amsterdam in de leer bij Lastman of een ander schilder uit diens omgeving. Op 31 Mrt. 1631 maakte hij voor den weesper notaris van Leyden wederom zijn testament. In de jaren 1634, 1637, 1640, 1644 en 1647 was hij burgemeester van Weesp. De tijd van zijn overlijden is onzeker. Hij was gehuwd met Geertje Willemsdr, die als zijn weduwe op 30 Nov. 1672 te Weesp haar testament maakte, doch kort daarop overleed. Als haar erfgenamen stelde zij in haar dochter Claesje en haar kleindochter Oopje Cort, dochter van Oopje Sibilla. De nagelaten goederen werden in verband met den inval der fransche troepen in ons land (1672) te Amsterdam in veiligheid gebracht; de in 1675 opgemaakte inventaris bevat vele schilderijen van Sibilla.
In het stadhuis te Weesp bevindt zich van Sibilla het Oordeel van Salomo (1635), benevens een regentenstuk (1652), terwijl in het St. Bartholomeus gast- en armenweeshuis aldaar een afbeelding bewaard wordt van een huis van barmhartigheid. Een ofterscène (1644) en een kruisafneming (1647), beide indertijd in den kunsthandel en afgebeeld in Bredius' Künstler-Inventare VII, 206, verraden den invloed van Lastman; het eerste is gesigneerd Ghijsbert I. Sijbilla. Verder bevindt zich in de voorm. verz.-Prins Lubomirski in het slot Przevorsk (Galicië): Christus de kinderen zegenend, gesign. G.J. Sijbilla fec. 1635; in het Museum te Darmstadt: Solon voor Croesus; op de tentoonstelling te Berlijn: een kind met een hondje op den schoot (1646, vm. verz. Mannlich-Lehmann). In inventarissen en catalogi komen nog voor: het vinden van Mozes (Amst. 1661), de ontmoeting van Maria en Elisabeth, benevens als pendant de ongeloovige Thomas (Rott. 1758), de terugkeer van David met het hoofd van Goliath uit 1650 ('s Gravenh. 1770), Christus met de Emmaüsgangers (Gouda 1792), verkondiging aan de herders (Gron. 1863) enz. De inventaris van zijn nalatenschap bevat o.a. nog: Jerobeam, Maria en Jozef, een ontbijt, Ulysses, Vanitas, een landschapje, Paulus, een vrouwtje aan den put, Judlth en Holophernes, de vier Evangelisten, Loth enz.
Van een dochter van Gerrit Jansz Sibilla, den broeder van Gijsbert, stamde af de bekende Jan Swammerdam (zie prot. not. H. Schaeff te Amsterdam dd. 19 Febr. 1637).
Zie: R. van Eynden en A. van der Willigen, Geschiedenis der vaderlandsche schilderkunst I (1816), 213-214 i.v. Sebille; Immerzeel, De levens en werken enz. III (1855), 83 i.v. Sebille; Kramm, De levens en werken enz. V (1861), 1514; Bredius, Künstler-Inventare III (1917), 838, 840 e.v., VII (1921), 206; A. van Beek, Een kunstzinnig burgemeester van Weesp in de 17e eeuw in de Weesper Weekbode 6e j., no. 76 (24 Dec. 1927).
Wijnman