[Schaesberg, Joseph Frans Antoon Arnold graaf van en tot]
SCHAESBERG (Joseph Frans Antoon Arnold graaf van en tot), ridder der Duitsche Orde, geb. te Düsseldorf 13 Maart 1739, overl. op het slot Blatsheim bij Kerpen 13 Nov. 1812, zoon van Johan Willem (die voorgaat) en van Rosa Veronica Magdalena van Westerholt-Lembeck. Hij was heer van Mertzenich (daarmede beleend 27 Nov. 1772) en Frankenhoven, en trad op 17½-jarigen leeftijd in Sept. 1756 in de Duitsche Orde. Hij erfde van zijn gestorven broeder Frans Ferdinand de waardigheid van ambtman van Beijenburg en Barmen en werd 22 Aug. 1768 tot ridder der D. Orde benoemd. 24 April 1769 werd hij met de hoeve de Kaekert onder Schaesberg beleend. Hij was commandeur van Ramersdorf 1777-78, en vervolgens van Ordingen 1779-85. In 1779 ontving hij een plaats op de fransche vloot; in 1781 verliet hij den dienst van Frankrijk, die hem niets opgebracht had. Gedurende de jaren 1782-85 was hij ook commandeur van Holt en ontving 22 Jan. 1785 de commanderij van St. Egidius te Aken, waar hij commandeur bleef tot 1792, toen hij als zoodanig naar St. Pietersvoeren werd overgeplaatst. Van 1794 af was hij commandeur van Jonge Blessen te Keulen, welken titel hij tot het jaar 1809 droeg en sedert 1805 was hij huiscommandeur van Oude Biessen. Na de opheffing van de balye Oude Biessen, trok hij zich op het slot Blatsheim bij Kerpen, hetwelk nog eigendom der Duitsche Orde was gebleven, terug en stierf er op 73-jarigen leeftijd den 13 Nov. 1812.