droeg hem 10 Dec. 1710, als erkenning voor vele diensten de vrije heerlijkheden Kerpen en Lommersum (oorspronkelijk een brabantsch leen) over; deze werden 12 Febr. 1712 door den Keizer tot een rijksgraafschap en de bezitter tot een rijksgraaf verheven. In 1709 ontving hij het huis Gangelt als leen, dat tot 1771 in schaesbergsch bezit bleef; 23 Sept. 1715 volgde zijn benoeming tot stadhouder der hertogdommen Gulik en Berg. In 1712 was hij met een politieke zending naar den Haag belast en in 1716 evenzoo naar Brussel. Na den dood zijner eerste echtgenoote hertrouwde hij (volgens huw. contr. te Burgau 29 Oct. 1718) Maria Anna Catharina barones van Wolff-Metternich tot Gracht (weduwe van Elmpt-Burgau) (overl. te Düsseldorf 11 Febr. 1722). Uit zijn eerste huwelijk werden 11 kinderen geboren o.a. Anna Maria Louisa (overl. 6 Jan. 1776), huwde 2 Febr. 1714 Johan Lodewijk Hendrik graaf van Goltstein, heer tot Breijl (overl. 13 Aug. 1731); Johanna Maria Isabella Margaretha (overl. 1765), huwde 14 Sept. 1711 Caspar Frans Edmund baron van Burtscheid tot Burgbroel; Gabriëlla Godefrida Felicitas, huwde 30 Juli 1711 te Düsseldorf Karel Adolf Joseph baron van Mirbach tot Harff; Johan Willem (die volgt); Maria Anna Amalia Gabriëlla Felicitas Sebastiana (geb. 1698, overl. 8 Oct. 1772), abdis van het sticht O.L. Vrouw in het Kapitool te Keulen; Maria Anna Ferdinanda (overl. in 1755), huwde te Düsseldorf 21 Jan. 1728 baron Frans Egon von Wendt en vervolgens 8 Febr. 1744 baron Joseph Johan Antoon von Schade, heer van Antfeld; Johan Frederik Sigismond Joseph Bernard Frans Xavier (geb. te Düsseldorf 10 Juni 1705), studeerde in 1719 te Mainz in de rechten, werd 7 Nov. 1727 in den geestelijken stand opgenomen, kanunnik te Hildesheim (11 Aug. 1728) en
te Munster (17 Nov. 1728) en te Paderborn (1731), overleed aldaar 5 Sept. 1775.
Zie: Ernst Tode, Chronik der Retersbeck-Schaesberg (Görlitz 1918), 83-103, 129-141; Louis baron de Crassier, Succession généalogique des seigneurs de Lichtenberg les Maestricht in Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg XXXII (1895), 254; Leopold Henrichs und Johann Finken, Geschichte der Herrlichkeit Leuth, 88, 91, 93; F.W. Lohmann, Geschichte der Stadt Viersen, 22; Alphabetische lijst der edelen, die sedert 1555 ter bijwoning van de vergaderingen der Staten van het Overkwartier beschreven werden in Maasgouw (1881), 551.
Verzijl