indisch ambtenaar behandelde hij in Twee brieven aan den Heer J.D. Franssen van de Putte, minister van Koloniën (Haarlem 1864). Hij wordt verder nog genoemd in Het regtsgeding F.S. Elders (Amsterdam 1870), 38. Na dien verneemt men weinig meer van hem en de man ‘wiens naam eenmaal dag en dag genoemd werd’ stierf in volslagen vergetelheid.
Mozes Salvador maakt meer den indruk van een querulant, dan van een serieus staatsman. Aanvankelijk zou men hem voor een onafhankelijk democraat kunnen houden, die bij geen der toenmaals bestaande partijen is in te deelen; in een anoniem verschenen (door H.J. Stahl geschreven) pamflet Jonkheer Salvador en zijn misdaden ('s Gravenhage 1856) wordt hij genoemd een ‘voorstander van het echte liberalismus’. Later wendde hij zich echter van Thorbecke af en ging over naar de conservatieve partij. Naar den smaak dier dagen bestookte hij zijn politieke tegenstanders veelal in advertenties in de bladen. Voornamelijk onder invloed van da Costa had hij zich met zijn vrouw op 22 Juli 1853 bij de Waalsche gemeente te Haarlem laten doopen; da Costa was dan ook ongeveer de eenige die hem - ook later - nog eenigszins de hand boven het hoofd hield. Te voren had Salvador belangstelling getoond in het geloof zijner vaderen in Woorden van een geloovig Israëliet, uit het Fransch vert. (Haarl. 1846) en Eenige opmerkingen betreffende eene toekomstige hervorming van de Israëlitische eeredienst in Nederland (Haarlem 1849).
Men vergelijke nog het art. in dit dl. betreffende Mr. Phil. Alex. Haas Azn. (kol. 313).
Salvador was op 5 Juli 1841 te Amsterdam gehuwd met Rebecca Mendes (1816-91), uit welk huwelijk geen kinderen werden geboren.
Zijn portret is gelithografeerd door Th. Brüggeman en L. Springer; een portret van hem is te vinden in K. Meyer, Beknopte levensschets van Jonkheer Mozes Salvador, lid der Prov. Staten van N. Holland en den Gemeenteraad van Haarlem enz. (1856).
Zie: B. de Gaay Fortman, Een beschermeling van Da Costa in Stemmen des Tijds 1929 (18e j.), 307 e.v.; Ned. Adelsboek (1917), 8, (1922), 171; Album Stud. Leiden; Brinkman's Catalogus.
Wijnman