Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

[p. 926]

[Saint Vaast de Denterghem, Petrus Claudius Maria, baron de]

SAINT VAAST DE DENTERGHEM (Petrus Claudius Maria, baron de), geb. te Gent 16 Aug. 1691, overl. te Roermond 9 Maart 1767, begr. te Mechelen, zoon van Claudius Philippus, heer van Denterghem, en van Johanna Suzanna de Lamzoete. Hij was advocaat van den grooten raad te Mechelen en secretaris van Remi Albert du Laury, procureur-generaal bij genoemden raad. Hij gaf de groote verzameling van arresten door du Laury bijeengebracht uit onder den titel: La Jurisprudence des Pays-Bas Autrichiens, établie par les arrêts du grand conseil de Malines, auxquels sont ajoutés quelques décrets portés au conseil privé, récueillis par Messire Du Laury, et donnés au public par P.C.M. Sainct Vaast (Brux. 1717 fol.). Een latere uitgave, die in 1761 te Brussel in twee deelen 8^o het licht zag, bevat nog eenige toevoegselen. Deze verzameling is nog heden ten dage van groot belang voor de kennis van het oudnederlandsche recht. De voorrede in genoemd werk van de Saint Vaast leert ons hem kennen als een man van smaak, die de taal zoo goed als de wetenschap beheerschte; hij voegde er een proeve van latijnsche dichtkunst aan toe. Na den dood van Albertus Antonius Josephus de Lindick werd hij op 20 Febr. 1724 tot raad van denzelfden raad en op 29 Dec. 1729 tot raad van den geheimen raad te Brussel benoemd; 29 Mei 1748 werd hij kanselier en president ad interim, alsmede stadhouder van het Souverein Hof te Roermond en op 16 Oct. 1748 definitief kanselier en raad van den Raad van State. Hij wordt vermeld als een groot rechtsgeleerde en stond zeer in de gunst bij keizerin Maria Theresia, die hem op 2 Jan. 1767 tot baron verhief. Hij was gehuwd met Cecilia de Grauw (overl. te Roermond 24 Nov. 1756), dochter van Cornelius en van Maria van Orshuysen. Beide echtgenooten liggen begraven te Mechelen in de O.L. Vrouwe kerk over de Deyle. Uit hun huwelijk werden een zoon en twee dochters geboren; de zoon Augustinus Ignatius Joseph was advocaat en licentiaat in de beide rechten; sedert 5 Nov. 1757 stadhouder van het leenhof van het land van Mechelen; hij huwde met Theresia Josepha van Cannart d'Hamale van Massenhoven, waarvan een zoon, Alardus Josephus Gislenus Augustinus (geb. te Roermond 31, Aug. 1761, aldaar ged. 1 Sept.).

Zie: J.L. Geradts, Bijdrage tot de geschiedenis van den Souvereinen Raad in het Overkwartier van Gelderland te Ruremonde (1580-1794) (academisch proefschrift Leiden 1860), 121-122; Aanteekeningen over de kanseliers van het Souverein Hof van Gelder door Staes, notaris te Leuven op het einde der 18e eeuw, uitgegeven door H. de l'Escaille in Limburg's Jaarboek XVII⁴ (1911), 315-316; A.F. van Beurden, Lijst der kanseliers en raden van het Souverein Hof onder Oostenrijksch bestuur in Limburg's Jaarboek XX² (1914), 124; dez., Familie St. Vaast de Denterghem te Roermond in hetz. jaarboek XXXII¹ (1926), 17-18.

Verzijl