[Saftleven, Herman]
SAFTLEVEN (Herman), landschapschilder en etser, werd geb. te Rotterdam omstr. 1609 en overl. 5 Jan. 1685 te Utrecht. Hij was de zoon van den schilder Herman S. en waarschijnlijk een leerling van zijn ouderen broeder Cornelis. Op 15 Mei 1634 huwde hij met Anna van Vliedt uit Utrecht en woonde sedert 1634 in die stad. Van 1655 tot 1667 was hij meerdere malen lid van het bestuur van het utrechtsche St. Lucasgilde. In het jaar 1634 schilderde hij met zijn broeder Cornelis een familiestuk voor Godart v. Reede van Nederhorst. H.S. was bevriend met de utrechtsche schilders Corn. Poelenburg, Dirk v.d. Lisse, Abr. Bloemaert en schilderde met hen in 1635 voor het slot Honselaarsdijk een reeks van 4 schilderijen met voorstellingen uit Guarini's Pastor Fido.
Tot zijn vroege schilderijen behooren zijn stukken en landschappen met nymphen (op de manier van Poelenburg); uit lateren tijd zijn de zeer talrijke berg- en riviergezichten o.a. van Moezel en Rijn. Hij behoort tot de vruchtbaarste meesters van zijn tijd. Hij werd nagevolgd door Jan en Robert Guffier, Barend v. Calraet, L. Chalon. Leerlingen van hem waren Willem van Bemmel, Jan Vorsterman, Jan van Bunnik.
Talrijk zijn de teekeningen, die de verschillende prentenkabinetten van hem hebben, zij zijn klein van formaat, meestal gesigneerd en veelal gedateerd; zij geven gewoonlijk landschappen weer, het meest rivierlandschappen, waar aan de oevers menschen bezig zijn; soms zijn het ook wel alleen figuren, soms ook stadsgezichten als bijv. afbeeldingen van Utrecht en Amersfoort.
H. Saftleven heeft een veertigtal etsen gemaakt, gedateerd van 1640 tot 1669. Zijn eerst gedateerde etsen maakte hij dus op 31-jarigen leeftijd en toen hij 58 jaar was maakte hij er nog zeer goede; zijn oudere etsen verschillen in het geheel, ook wat opvatting betreft, weinig van de jongere. Die etsen zijn: een zelfportret, een 8-tal figuren van mannen en vrouwen (1647), een boer, een reeks landschappen van 1640-46, landschap van 1661, een arbeider, twee schepen ged. 1667, een huis bij een rots (1667), de vier jaargetijden, de Witte Vrouwenpoort te Utrecht (1646), Nijenrode (1653), een olifant (volgens K. Erasmus door Corn. Saftleven) (1646), een varkenshoeder (1649), koemelkende vrouw, gezicht op Utrecht in 3 bladen (1648), in 4 bladen (1669), gezicht op Amersfoort, rustende landman van 1646; H.S. etste eerst de plaat, dan werkte hij er met den burijn over en gebruikte verder vele trucs; de lucht op zijn etsen is steeds goed verzorgd, wat een zeldzaamheid is voor schilders, daar deze meestal geen geduld schijnen gehad te hebben, die nauwkeuriger uit te werken.
Naar hem graveerden o.a. J. van Aken, Almeloveen, A.v.d. Bosch, Ploos van Amstel, Prestel, H. Spilman.
Zijn portret werd gegraveerd door C. Woumans en door H. Saftleven naar D. Saftleven.
Zie: A. Bartsch, Le peintre-graveur (Vienne 1803-21) I, 237; A.v. Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon II, 549; K. Erasmus in Cicerone (1909), 611; A.M. Hind, A short history of engraving and etching (London 1911), 190, 356; gegevens in Rijks Prentenkabinet te Amsterdam; P. Kristeller, Kupferstich und Holzschnitt in vier Jahrh. (Berlin 1911), 365.
J.M. Blok