Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

[Russel, Johan Everard]

RUSSEL (Johan Everard), geb. te Andernach omstreeks 1675, overl. te Eijgelshoven 15 Jan. 1757, zoon van Peter en van Margaretha Seybertz Mendel. Hij werd aanvankelijk geplaatst op de kanselarij te Dusseldorf, was

[p. 908]

secretaris van den keurvorst van Keulen, huwde in 1702 met Johanna Gertrudis van Randenborch (dochter van Johan, medicinae doctor, en van Ida Versfelt). Hij woonde 1703-1711 te Sittard, werd daarna ontvanger der adellijke familie van den Bongart te Wijnandsrade, en was als zoodanig nog in 1723 werkzaam; in 1724 werd hij voogd van het land van Terheyden, in 1740 scholtis van Born; ook was hij rentmeester van Adriaan, graaf van Welderen, aan wien hij een brochure opdroeg over het leven van zijn schoonvader Dr. van Randenborch. Hij bewoonde den Laathof te Eygelshoven, waar vanouds de vergaderplaats van het schepengerecht en der justitie was. Uit zijn huwelijk werden 4 kinderen geboren, o.a. Peter Ernst (geb. te Sittard 16 Febr. 1709, r.k. priester) en Frans Theodoor Michael (die voorgaat).

Zie: A.F. van Beurden, De familie Russel, 21-25, 45.

Verzijl