[Russel, Frans Theodoor Michael]
RUSSEL (Frans Theodoor Michael), geb. te Sittard 16 Maart 1711, overl. te Aken in 1780, zoon van Johan Everard (die volgt) en van Johanna Gertrudis van Randenborch, studeerde in zijn jeugd op de scholen te Sittard en vervolgens aan de universiteit te Mainz, waar hij in 1741 tot licentiaat in de rechten promoveerde. In hetzelfde jaar werd hij keurvorstelijk ontvanger der ambten Sittard en Born, vervolgens was hij secretaris van het gerecht van Terheyden en voorzitter der leenkamer van het guliksche land van Terheyden, ook werd hij tot voogd van Terheyden aangesteld, daarna werd hij scholtis van Schaesberg, maar droeg dit ambt over aan zijn zwager den licentiaat Paul von Thenen. Den 12 April 1747 werd hij door graaf Hugo Carl Franz zu Eltz, ingevolge de door keizer Karel VI verleende macht tot comes palatınus caesareus of keizerlijk paltsgraaf benoemd met de uitgebreidste volmachten. In 1769 verpachtte hij zijn in Terheyden gelegen goed en vestigde zich te Aken. Hij was aldaar 27 Juli 1747 gehuwd met Maria Sophia von Thenen (ged. aldaar 22 Oct. 1726, dochter van Johannes en van Johanna Catharina Vassen). Hij hertrouwde te Breisig met Maria Catharina Coenen.
Zijn zoon uit het eerste huwelijk: Hugo Ferdinandus Franciscus Maria (geb. te Aken 29 Januari 1752, aldaar overl. 25 Juli 1808), studeerde aan de universiteit te Keulen en promoveerde tot doctor in de beide rechten in 1774; 20 Maart 1777 werd hij, evenals zijn vader, tot keizerlijk paltsgraaf verheven; hij was 6 Febr. 1780 te Keulen gehuwd met Maria Sybilla Christina Antoinette Wilthelm, ged. aldaar 12 Sept. 1749 (dochter van Frans Ferdinand Hugo W. en Maria Catharina Coenen).
Zie: A.F. van Beurden, De familie Russel, 25-29, 39-41, 47-48, 66-70, 74-79, 82-87; H.F. Macco, Aachener Wappen und Genealogiën II, 105.
Verzijl