[Rhemen Van Rhemenshuizen, Mr. Alexander baron van]
RHEMEN VAN RHEMENSHUIZEN (Mr. Alexander baron van), geb. te Zutphen 19 Jan. 1783, overl. te Oegstgeest 25 Jan. 1822, was de oudste zoon van Mr. W.G.J.v.R.v.R., die volgt, en A.S. Schimmelpenninck van der Oye. Hij studeerde te Leiden, waar hij 23 Oct. 1801 werd ingeschreven en promoveerde aldaar in de rechten 12 Nov. 1804 op een dissertatie Explicatio legis 29. D. pro Socio.
Hij werd door koning Lodewijk in 1807 benoemd tot gezant te Stockholm, maar werd na de inlijving bij Frankrijk, ter vervanging van zijn vader, rentmeester van de Rijksdomeinen te Dieren. In dezen tijd verhuisde hij naar Leiden en in 1820 betrok hij het kasteel Oud-Poelgeest onder Oegstgeest.
Hij werd 29 Aug. 1814 benoemd tot lid der Provinciale staten van Holland voor de ridderschap en werd 2 Jan. 1816 lid van den raad van Leiden. Door zijn medeleden werd hij 9 Juli 1817 gekozen tot lid van Gedeputeerde staten van Zuid-Holland, en 1 Mrt. 1820 tot lid der Tweede Kamer voor geheel Holland. Zijn vroege dood was oorzaak, dat hij daar weinig heeft kunnen praesteeren.
Hij werd in 1814 in de ridderschap van Holland opgenomen. Door de verheffing van zijn vader tot baron in 1819 verkreeg hij toen datzelfde praedicaat.
Hij huwde 27 Aug. 1805 Sophia Dina baronesse van Leyden, geb. 10 Mei 1778,