Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 841]
| |
Reves (Heneg.) 22 Aug. 1839, studeerde te Leuven, waar hij licentiaat in de rechten werd en vestigde zich als advocaat bij het souvereine gerechtshof te Mons (Heneg.). Er was toen voor de advocaten in de oostenrijksche Nederlanden geen gelegenheid nun welsprekendheid te toonen, daar er slechts memoriën ingediend mochten worden. Op 17 Apr. 1787 werd hij benoemd tot commissaris van het intendantschap in het district Mons, op 19 Juni 1788 werd hij schepen van Mons en 18 Mei 1789 raadsheer in het bovengenoemde hof aldaar. Daar hij zich als aanhanger van keizer Jozef II tegen de regeering, die onder van der Noot en van Eupen te Brussel optrad, verklaard had, vluchtte hij, toen deze beweging tot Henegouwen doordrong, op 20 Nov. 1789 naar Bavay in Frankrijk. Nadat de beweging door keizer Leopold II bedwongen was, werd hij 19 Mrt. 1791 in zijn betrekkingen te Mons hersteld. Toen België in 1794 door Frankrijk veroverd was en men in het volgende jaar de regeering organiseerde, protesteerde hij in een manifest, gedagteekend 26 Sept. 1795, daartegen en nam hij ontslag uit zijn regeeringsbetrekkingen. Hij zette zich in hetzelfde jaar als advocaat te Brussel neder, waar hij een groote praktijk kreeg. Zeer juichte hij de vereeniging van Zuid- met Noord-Nederland toe. Op 2 Oct. 1815 werd hij door koning Willem I tot lid van den Raad van State benoemd. Op 21 Aug. 1824 werd hij tot lid der commissie uit dien raad voor den roomschkatholieken eeredienst benoemd. Wegens ziekte van den minister van Justitie van Maanen (dl. III, kol. 803) verdedigde hij in Apr. 1829 met zijn ambtgenoot Pabst van Bingerden het wetsontwerp tot beteugeling der drukpers. Hij bleef lid van den Raad van State tot den belgischen opstand en heeft daarna geen openbare betrekkingen vervuld maar trok zich terug op zijn kasteel Reves. Hij was een geleerd man. Zijn werken zijn opgegeven in de brusselsche Biographie nationale, i.v. Ramaer |
|