zijn woning en hoewel niet betrapt bij het opdragen der H. Mis of het houden van vergaderingen (hij was afwezig) werd hij gevangen genomen en na een boete uit de stad verbannen. Hij begaf zich naar Montfoord. 16 Nov. 1622 besloot daar het stadsbestuur, dat de paap Gerrit Pelt binnen 24 uur de stad moest verlaten. Volgens een verklaring aan den schout gedaan, was hij nog aldaar 1 Sept. 1630. Hij werd er gedoogd en de Katholieken hadden met oogluiken eenige vrijheid. Omstreeks 1636 heeft hij zich weder in Utrecht gevestigd en was pastoor van Sint Marie met drie medehelpers. Door den vicaris Rovenius was hij tot assessor benoemd van het utrechtsche vicariaat 1633. Volgens de relatio van 1656 was hij toen nog in leven.
Zie: Batavia Sacra II, 122; Archief Aartsb. Utr. II, 22, V, 414, X, 172, 193, XII, 193.
Fruytier