Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 747]
| |
volgt) en A.E. Schimmelpenninck van der Oye. Hij werd 1 Oct. 1800 te Utrecht als student ingeschreven en promoveerde aldaar 27 Mrt. 1812 in de rechten op stellingen. Hij werd 14 Jan. 1814 benoemd tot officier bij de rechtbank van eersten aanleg te Zwolle. Op 29 Aug. 1844 werd hij benoemd tot lid der Provinciale staten van Overijsel, maar toen het bleek, dat zijn betrekking daarmede onvereenigbaar was, werd hem als lid ontslag verleend. Nog tijdens het leven zijns vaders werd hij 3 Oct. 1822 benoemd tot lid der Eerste Kamer. Na de nieuwe rechterlijke organisatie werd hij 16 Mei 1838 tot procureur-generaal bij het nieuw ingestelde provinciaal gerechtshof benoemd, maar toen de tevens benoemde president zijn benoeming niet aannam, werd hij 31 Mei d.a.v. tot president benoemd. Hij heeft wegens ziekte niet deelgenomen aan de discussiën en stemmingen over de voorstellen tot herziening der grondwet, in de Eerste Kamer in Sept. 1848 gehouden. Op 2 Oct. van dat jaar ontving hij op zijn verzoek eervol ontslag als lid. Hij woonde des zomers op het huis Beerse en na den dood zijns vaders op Eerde, hij bleef zich evenwel naar de eerste bezitting noemen. Hij huwde 22 Apr. 1812 Constantia Lumea Storm van 's Gravesande, geb. 13 Apr. 1787, overl. 25 Mrt. 1864, bij wie hij 3 zonen en 4 dochters had. Ramaer |
|