malsen tot lid der Provinciale Staten van Gelderland gekozen. In 1873 werd hij in de plaats van zijn vader tot lid van den gemeenteraad van Waardenburg gekozen. Hij bleef dit laatste tot zijn overlijden.
Zijn medeleden in de Staten kozen hem na de ontbinding der Eerste Kamer op 8 Sept. 1887 tot lid van dat lichaam. Sommigen achtten het minder fair, dat hij zich deze keuze liet welgevallen, die geschiedde met enkele stemmen meer dan zijn neef, het aftredende lid Mr. F.J.W. baron van Pallandt van Keppel (kol. 748). Daarbij werd vergeten, dat de leden der beide hoofdpartijen van de leiders lijsten kregen van de candidaten en dat het toevallig was, dat hij tegenover zijn neef uit de bus kwam. Toen de verkiezing eenmaal geschied was, wist hij, dat zijn neef, wanneer hij bedankte, toch niet gekozen zou worden en dat het donquichotterie geweest zou zijn als hij de benoeming niet aannam.
Hij verzocht na de ontbinding der Eerste Kamer door het kabinet Kuyper wegens zijn gezondheid niet voor een herkiezing in aanmerking te komen en werd 3 Aug. 1904 vervangen. Hij was ongehuwd.
Ramaer