[Nijvenheim, Johan Gijsbert van Neukirchen genaamd]
NIJVENHEIM (Johan Gijsbert van Neukirchen genaamd), heer van Driesberg, Kessel a.d. Niers en Mook, overl. op kasteel Driesberg a.d. Niers 8 Febr. 1666, zoon van Arnold Hendrik, kleefsch regeeringsraad, brandenburgsch hofmaarschalk, en van Dorothea van Schewick. Hij was drost van Goch en Gennep, en den 15. Juni 1653 opgezworen in de kleefsche ridderschap, huwde op den Musschenberg (gem. Valburg) 17 Juni 1655 Beatrix van Brienen, vrouwe van den Musschenberg, geb. Mei 1636, overl. 7 Oct. 1717, dochter van Wolter v.B., heer van den Musschenberg, en van Elbrig van Buren, vrouwe van Clörath en Grieth. Zij werd 20 Sept. 1680, als weduwe, na den dood harer moeder met den Musschenberg beleend, vernieuwde den eed 13 Juni 1713. Uit dit huwelijk zes kinderen, o.a. Arnold Hendrik, geb. op kasteel Driesberg 5 Jan. 1665, heer van den Musschenberg, was vaandrig bij de garde van koning Willem III van Engeland, werd 5 Dec. 1692 doodgeschoten door luitenant Eck en in de St. James-kathedraal te Londen begraven; en Wolter Godfried (die volgt).
Zie: W.J. d'Ablaing van Giessenburg, De Ridderschap van Nijmegen, 395; H.M. Werner, Geldersche kasteelen (Arnh. 1908) II, 149-150; A.P. van Schilfgaarde, Register op de leenen van het Huis Bergh (Arnhem 1929), 293; Mededeelingen van W.J.J.C. Bijleveld te Leiden, d.d. 23 Sept. 1930.
Verzijl