Emerentia Nemius, die 1612 meter was van Theodorus Voochts, zoon van Maria Nemius, is waarschijnlijk een zuster, geen dochter van Dirk Nemius.
Zijn zoon Gaspar, de latere bisschop van Kamerijk (dl. VIII, kol. 1205), volbracht de latijnsche studiën te 's Hertogenbosch, de filosofie en de theologie te Douai. Hij ontving, nog tijdens het leven van zijn vader, als student de tonsuur van bisschop Gijsb. Maes, 21 April 1601. De mindere orden en het subdiakonaat 4 en 5 Juni 1610 van den bisschop van Antwerpen, onder den titel van een kapelanij te Nuland. De bisschop van Doornik wijdde hem diaken 28 Mei 1611. Joan. Richardot, aartsbisschop van Kamerijk, diende hem de priesterwijding toe, 17 Maart 1612. Na een korten tijd pastoor geweest te zijn, werd hij leeraar aan de universiteit te Douai 1613; 1617 werd hij plechtig tot doctor in de godgeleerdheid uitgeroepen. De syndicus van 's Hertogenbosch, Jan van Thulden, bood aan Gaspar Nemius een verguld zilveren beker aan met het ingegrift wapen der stad, toen hij namens de stad de gelukwenschen voor het behaalde doctoraat overbracht.
De weduwe van Dirk Nemius woonde te Douai in bij haar zoon Gaspar, waar ook haar kleinzonen studeerden. Twee van hen werden hooggeplaatste seculiere priesters en een, nml. Christ. Voochts, werd Jezuïet (dl. VII, kol. 1284).
De moeder overleed aldaar 1627, zoodat zij de verheffing van haar zoon tot bisschop niet meer beleefde.
Zie: Procès d'information pour la nomination de Gaspar Nemius, proposé pour le siège épiscopal d' Anvers 1634, in: Bulletin de l'institut historique Belge de Rome VIII (1928), 234.
Fruytier