N.
[Naamen, Mr. Johannes Sebastiaan van]
NAAMEN (Mr. Johannes Sebastiaan van), geb. te Leiden 22 Apr. 1801, overl. te Amsterdam 29 Mrt. 1852, was de zoon van Mr. Pieter Johan van Naamen van Scherpenzeel en Elisabeth Agatha Bisdom. Hij studeerde te Utrecht, waar hij 15 Mei 1820 en opnieuw 1 Mei 1821 werd ingeschreven en waar hij 8 Juni 1825 in de rechten promoveerde op een dissertatie De confessione partis in judicio facta.
Hij werd advocaat in zijn geboortestad en 18 Oct. 1835 tot rechter in de rechtbank van eersten aanleg aldaar benoemd. Op 16 Sept. 1838 ging hij over naar de arrondissements-rechtbank aldaar.
Daar hij van gematigd liberale richting was, viel de aandacht der leden van de Staten van Noord-Holland, van welke zijn vader lid was, op hem en werd hij door hen 4 Juli 1844 tot lid der Tweede Kamer gekozen. Hij was van de richting van van Hall (dl. VII, kol. 517), die in den aanvang van zijn bewind voor zeer vooruitstrevend gehouden werd, maar langzamerhand conservatief heette, en bovendien een zeer ijverig Protestant.
In Juli 1847 werd in de Tweede Kamer het ontwerp van den eersten titel van het tweede boek van het strafwetboek behandeld. Door den minister van Justitie van Maanen (dl. III, kol. 803) was in 1842 een ontwerp hiervoor ingediend, waarin eenige artikelen voorkwamen, volgens welke aan geestelijken van alle gezindten verboden werd om brieven, proclamaties enz., van een vreemde mogendheid afkomstig, hier te lande af te kondigen. Deze artikelen waren nu door de regeering bij een nieuwe indiening weggelaten. Men zeide, dat de artikelen, die het recht tot het afkondigen van pauselijke brieven, allocuties enz. tegengingen, waren weggelaten om de r.-k. leden, die van zins waren, tegen de begrootingen der conservatieve regeering te stemmen, daarvan af te houden door hun dit recht, het zoogenaamde recht van placet, te vergunnen.
Op 19 Juli bestreed van Naamen dezen titel; hij wenschte dit artikel weder opgenomen te zien. Naar aanleiding van de bezwaren in de afdeelingen had de regeering een artikel opgenomen, waarin