[Modderman, Mr. Tonco]
MODDERMAN (Mr. Tonco), geb. te Groningen 11 Jan. 1745, overl. aldaar 23 Apr. 1802, was de oudste zoon van Jan Modderman en Ettjen Modderman. Hij studeerde in het buitenland, liet zich op 1 Mei 1773 te Groningen als student inschrijven en promoveerde op 5 d.a.v. aldaar in de rechten op stellingen. Hij vestigde zich te Groningen als advocaat en werd eenige jaren later schepen der stad.
Op 25 Febr. 1795 werd hij door de provincie Stad en Lande tot haar afgevaardigde naar de algemeene staten in den Haag benoemd.
Op 27 Jan. 1796 werd hij in het kiesdistrict Meppel tot eersten plaatsvervanger van het lid der Nationale vergadering voor dat district gekozen. Daar deze 15 Mrt. d.a.v. tot lid der commissie voor het samenstellen eener constitute gekozen werd, trad Modderman in zijn plaats op. Hij nam 29 Apr. zitting en heeft alleen naam gemaakt doordat hij vrij ongemotiveerd op 21 Juni 1796 Hahn (dl. VIII, kol. 666), met wien hij verschil had, plotseling ging omarmen, waarna de vrede hersteld werd. Op 10 Nov. 1796 moest hij zijn plaats weder aan het lid voor Meppel afstaan.
Verder heeft hij zich slechts met de advocatuur en de letterkunde bezig gehouden. Hij was een vrij goed dichter en had een merkwaardig geheugen; al zijn gedichten kende hij uit het hoofd. Een aantal van zijn verzen zijn door Spandaw (dl. III, kol. 1190) in samenwerking met Modderman's zoon Antonius (die voorgaat) verzameld en als Nagelaten gedichten uitgegeven (Gron. 1817).
Hij huwde 17 Mei 1776 Antonia Forsten, geb. 23 Juni 1753, overl. 16 Juni 1806, bij wie hij 3 zonen had.
Zijn portret als student door Jac. Buis bevond zich bij Mr. S.M.S. Modderman te Groningen.
Ramaer