Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 682]
| |
Hij werd 9 Nov. 1812 te Groningen als student ingeschreven en promoveerde aldaar 30 Jan. 1819 in de rechten op een dissertatie: De substitionibus fideicommissariis. Hij zette zich als advocaat te Veendam neder en werd 18 Juli 1835 tot procureur bij de rechtbank van eersten aanleg te Winschoten benoemd. Hij verhuisde toen naar die stad en werd 15 Sept. 1839 procureur bij de arrondissements-rechtbank aldaar. Op 22 Sept. 1840 kozen de Staten der provincie Groningen hem tot lid der Tweede Kamer. Op 13 Nov. 1843 werd hij benoemd tot kantonrechter te Winschoten onder eervol ontslag als procureur. Kort daarna werd hij president van de commissie van liquidatie der voormalige wees- en momboirkamers. Op 4 Juni 1847 werd hij tot lid van den Hoogen Raad benoemd. Hij bleef dit tot zijn overlijden. Hij huwde 16 Mei 1823 Adriana Sibilla Catharina Emmen, geb. 1 Dec. 1799, overl. 10 Nov. 1880, hij wie hij 4 zonen had. Een hunner was A.E.J. Modderman (dl. VIII, kol. 1158). Ramaer |
|