meester van het kwartier van Kempenland in de Meijerij van 's Hertogenbosch en in 1757 grietman van Utingeradeel. Bij zijn overlijden gaf Petrus Nota, predikant te Oldeboorn, in het licht: Leerrede over Psalm 103, vers 14 en 15, bij het afsterven van den Weledele Gestr. Heer T.L. à N., Grietman van Utingeradeel (1762).
Hij huwde 26 April 1726 met Martha Kinnema van Scheltinga, geb. 13 Sept. 1702, begr. in de Westerkerk te Leeuwarden 4 Maart 1778, dochter van Martinus, grietman van Schoterland en Lemsterland, en van Amelia van Coehoorn. Hieruit drie kinderen: Amelia Wiskia L. à N., geb. 24 Juli 1733, huwde eerst te Leeuwarden 17 Sept. 1752 met Hector Livius van Haersma en daarna 1 April 1759 met Vincentius van Glinstra; Martinus, geb. 19 Dec. 1737, overl. ongehuwd 29 Mei 1761 en werd in de Westerkerk te Leeuwarden begraven; Augustinus (2) gaat hiervoor.
Zie: Stamb. v.d. Fr. Adel I, 251, II, 173; Nederl. Adelsboek (1915), 197; Baerdt v. Sminia, N. Naaml. v. Gr. 334; Nederl. Jaarb. (1762) I, 332; Mdbl. Ned. Leeuw II, 56.
Regt