[Lycklama à Nijeholt, Lubbertus]
LYCKLAMA À NIJEHOLT (Lubbertus), geb. in 1639, overl. 22 Aug. 1697, begr. te Makkinga (volgens v.d. Aa overl. 2 Oct. en begr. te M. 6 Nov.) zoon van Pier, bijzitter der grietenij Oost-Stellingwerf, en van Grietje Auckes.
Hij was eerst secretaris en 18 Oct. 1681 grietman der grietenij O. Stellingwerf. In 1668 werd hij lid van Gedeputeerden en maakte in 1674 deel uit van de commissie tot onderzoek van ‘het concept-conciliatoir over de wijze tot wederaanneming der provincie Utrecht in de Unie’. 29 Mei 1690 werd hij wegens Friesland gecommitteerd tot lid der admiraliteit van Amsterdam. Hij was tweemaal gehuwd: 15 Nov. 1664 met Romelia de Blocq van Scheltinga, geb. 9 April 1647, overl. 2 Juli 1670 en begr. te Makkinga, dochter van Daniël, grietman van Schoterland, en van Martha van Kinnema. Daarna hertrouwde hij 8 Oct. 1675 met Antje van Andringa, geb. 16 Nov. 1640, overl. 30 April 1718, begr. te Oldeboorn; zij was eerst weduwe van Saco Fockens, grietman van Lemsterland, en later van Tarquinius van Boelens, grietman van Achtkarspelen, en de dochter van Regnerus, grietman van Utingeradeel, en van Detje Lycklama à Nijeholt.
Uit het eerste huwelijk sproot een zoon, Augustinus (1), die hier voorgaat.
Zie: Nederl. Adelsboek (1915), 197; Stamb. van den Fr. Adel I, 251, 252; Baerdt v. Sminia, N. Naaml. v. Gr. 397; Charterboek V, 1012.
Regt