[Lycklama à Nijeholt, Albertus (2)]
LYCKLAMA À NIJEHOLT (Albertus) (2), geb. te Bolsward, ged. 28 April 1761, overl. te Zwolle 15 Dec. 1846, zoon van Mr. Hector Jacob en van Rinske Feersma.
Hij trad in militairen dienst, werd 10 Juli 1795 luit.-kolonel en voerde als zoodanig het bevel over het 1e bataljon der 5e halve brigade toen hij 27 Aug. 1799 bij de landing der Engelschen werd gekwetst. In 1806 benoemd tot kolonel der infanterie, onderscheidde hij zich in dien rang door zijn dapperheid en koelbloedigheid onder Mortier in het gevecht tegen de Zweden bij Pasewalk in Pommeren 16 Oct. 1807; hij voerde daar het bevel over het 2e regt. infanterie. In Aug. 1808 werd hem. de leiding van het 1e bataljon van het tweede en het 2e bataljon van het vierde regiment van linie toevertrouwd; beide afdeelingen maakten deel uit van de voor Spanje bestemde brigade. Daarna onderscheidde hij zich 31 Oct. 1808 in het gevecht bij Durango en 17 Maart 1809 bij Mesa-de-Ibor en werd met vier anderen met het ridderkruis van het Legioen van Eer beschonken. Hij verkreeg nog in 1809 den rang van brigadier, maar daarna vonden wij hem niet meer als militair vermeld. Hij was ook ridder der orde van de Unie en van de Réunie en zou in later dagen fabrikant te Bolsward zijn geweest.
Hij was 29 Juni 1800 te Wijhe gehuwd met Alberta Aleida Dwars (weduwe van Ds. Jacobus Revius, predt. te Windesheim), geb. te Heerde, huize Kromhout, 8 Aug. 1775, overl. te Zwolle 8 Aug. 1824, dochter van Gerrit en van Geertruida Broekhuizen. Uit dit huwelijk sproten 4 kinderen.
Zie: Bosscha, Neerl. Held. te Land2 III, 177, 217, 222, 232; Navorscher LI (1901), 61; Ned. Patriciaat XV (1925), 292; Stamb. Fr. Adel I, 254, II, 173.
Regt