[Loon, Jacobus van]
LOON (Jacobus van), Janszoon, geb. te St. Anna Parochie 30 Dec. 1821, overl. te Leeuwarden 7 Febr. 1903, zoon van den notaris Everhardus v. L. en Hiltje Oosterlo. In Sept. 1840 werd hij als student in de medicijnen ingeschreven aan het franeker athenaeum, nadat hij te Leeuwarden de latijnsche school had afgeloopen. Wegens ziekte moest hij in 1844 van zijn studie afzien. In datzelfde jaar werd hij eigenaar van het pan- en tichelwerk te Huins, waar hij jarenlang heeft gewoond. In Sept. 1851 werd hij benoemd tot lid van den gemeenteraad van Baarderadeel en in Nov. 1851 tot secretaris van die gemeente, ten gevolge waarvan hij ook een huis bewoonde te Weidum. Op 29 Juli 1858 trad hij in het huwelijk met Aafke Noordenbos te Wommels, die hem vier kinderen schonk en hem 30 Dec. 1899 ontviel. Bij de eerste rechtstreeksche verkiezing voor de Provinciale staten werd hij in het hoofdkiesdistrikt Franeker gekozen, als een vurig aanhanger der denkbeelden van Mr. Thorbecke. 3 Juni 1860 zag hij zich benoemd tot lid van Gedeputeerde staten van Friesland, in welk college hij tot 1901 zitting had. Niet alleen op staatkundig terrein was zijn leven vruchtbaar. Hij behoorde tot de oprichters van het Selskip for Fryske tael en skriftenkennisse (1845), waarvan hij in 1862 voorzitter en later eerevoorzitter werd. Door zijn bemoeiing is vooral het Friesch Woordenboek tot stand gekomen. Zijn letterkundig werk vindt men in Swanneblommen (1851-54, 1882); Bijekoer (1848-49); Friesche Volksalmanak (1837, 1841, 1842, 1849, 1863, 1885-87). Zes zijner liederen zijn op muziek gezet in het Frysk Lieteboek, dat hij bezorgde met M. de Boer (Hearenfean 1876) en waarvan in 1930 een derde druk verscheen. Zijn schriftelijke nalatenschap berust in de Prov. Bibliotheek van Friesland te Leeuwarden
(Aanwinsten van 1926 en 1928). Van hem verschenen nog: Nog geen kunstweg. Een stem uit Huins en Lijons (Leeuwarden 1868); Frieslands slikgeldmillioenen aan hunne bestemming onthouden, eene grove onwaarheid. Open Brief aan den heer D. van Konijnenburg (Leeuwarden 1892).
Zie: mijn Bodders yn de Fryske Striid (Boalsert 1926), Register, portret, 536; mijn opstel In Frentsjerter Studinteklub in De Holder (1929), 152; J.J. Hornstra in Fryslân (1928), 67-69; W. Dijkstra, By it ôfbieldsel fen Jac. van Loon in Swanneblommen (1904), 1; O.H. Sytstra, It earestiente op it grêf fen J. van Loon to Wommels, ûntbleate 21 Maeije 1907 in Forjit my net (1907), 177-184; Sj. de Zee, biografie in Leeuw. Courant 10 Juli 1926; S.L. v.d. Burg, Oersjuch fen de Selskipsskiednis (1845-1919) in Swanneblommen (1920), 1-10, 41-52, 73-81; Taspraek hâlden by it 30 jierrich bistean fen de krite Baerd in Forjit my net (1887), 97-108.
Wumkes