Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

[Loo, Jacob van]

LOO (Jacob van), geb. te Naarden in 1743, overl. te Ootmarsum 1 Aug. 1797. Zijn ouders waren Hermannus van Loo (predikant te Voorthuizen in 1733, te Bergschenhoek in 1735, te Naarden in 1741; emeritus 1774; overl. 1778) en Hilletje Killewich. Hij werd adjunctpredikant te Ootmarsum in 177?, predikant in 1786. Zijn vrouw was C.P. de Mol, dochter van Ds. J. de Mol, te Oud-Loosdrecht (em. 1781).

Zijn portret komt voor in zijn Nagelatene leerredenen, bezorgd door zijn vriend J.H. Hacke, predikant te 's Gravenhage (overl. 1799). In grooten getale verschenen Leerredenen van hem, ook bij zijn leven sedert 1785, maar vooral na zijn dood tot 1839. Wij noemen overigens: Kleine schriften voor de vrienden der menschheid en des christendoms, twee stukken (Utr. 1792); Theophilus op het paaschfeest (Amst. 1792); Theophilus op het hemelvaarts- en pinksterfeest (Amst. 1797); De feestvierende Christen op het kerstfeest (Amst. 1819); Dagboek van zijn lotgevallen, gezindheden en han-

[p. 619]

delingen (Amst. 1815); Overdenkingen bij het graf van mijn jonge vriendin, 2e dr. (Amst. 1830).

Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland II ('s Hert. 1853), 394-396, III ('s Hert. 1856), 670; Kerkelijk Handboek (1903) Bijl., 159, (1907), Bijl., 104, 119, (1908) Bijl., 132, (1912) Bijl., 151; R. Arrenberg, Naamregister v. nederduitsche boeken tot 1787, 322; Alphabetische naamlijst van boeken enz. (1790-1831), 365, Supplement daarop, 81, (1833-49), 411; Bibliotheca theologica et philosophica (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans, 1900), 375, 785 (no. 551).

Knipscheer