hoofd werd van een zgn. gezondsheidshuis ter behandeling van venerische ziekten. In 1785 keerde hij naar Frankrijk terug en werd toen benoemd tot lijfarts van den lateren koning Lodewijk XVIII. Na de revolutie emigreerde hij (1790) en doorreisde de Nederlanden, Duitschland en Italië, onderwijl de geneeskunst uitoefenende. In 1801 in Frankrijk weergekeerd, vluchtte hij wederom naar Duitschland en oefende de praktijk uit te München, Augsburg en Frankfort am Main. Op 8 Mei 1809 benoemd tot chef-geneesheer van het hospitaal te Augsburg, stierf hij kort daarna aan de typhus, waarmede hij besmet werd door de vele fransche gewonden, die het hospitaal waren binnengedragen.
Nadat hij in Frankrijk reeds verscheidene letterkundige (blijspelen, gedichten enz.) en geneeskundige werken had geschreven, verscheen tijdens zijn verblijf in Holland Itinéraire historique, politique, géographique etc. des VII Provinces-Unies des Pays- Bas, de leur territoire et colonies (2 dln. met krtn., la Haye 1782-81, herdr. 1790). Dit werk bevat een geschiedenis van ons land, verder de aardrijkskunde, staatsinrichting, beschrijving van handel, zeden en gewoonten, wetenschap en kunst, benevens een alphabetische lijst van bekende Hollanders. Aan het eind van het tweede deel zegt de schrijver dat op- en aanmerkingen gezonden moeten worden ‘à nôtre domicile à Amsterdam dans le Doelestraat’ (1781). Verder zette hij voort Le Mercure historique, politique et littéraire (CLXXXX e.v., 1781 enz.), een maandelijksch periodiek, dat in 's Gravenhage verscheen.
Op geneeskundig gebied verschenen van hem in Holland: Consultation sur la maniere de guérir et de se preserver des fièvres putrides-bilieuses et intermittentes qui règnent dans l'automne à Amsterdam. - Consultatie over de wijze enz. In Fr. en Ned. (Amsterdam 1780); daarna: Mémoires cliniques sur les maladies vénériennes (Utrecht 1781), vert. onder den titel Verhandeling over de Venus-ziekten uit ondervinding en waarnemingen opgesteld (Utrecht 1781), in het voorbericht van welke vertaling wordt medegedeeld, dat het fransche origineel voor het eerst in 1780 anoniem verschenen was; verder: Observations pratiques, rares et curieuses sur divers accidens vénériens (Utrecht 1783), vert. als Zeldzaame en aanmerkelijke practicale waarnemingen over verscheide toevallen der Venus-ziekten (Utrecht 1783). Ten slotte verschenen nog hier te lande Macbeth, tragédie en cinq actes (Utr. 1783) en Polixène, tragédie en 5 actes et en vers (Utr. 1785). De na 1785 in het buitenland verschenen werken van Le Fébure kunnen wij hier niet opsommen.
Zie: Nouvelle biographie générale XXX (1859), 302; Biograph. Lexikon der hervorragenden Aertzte III (1886), 651; Alg. Ned. Fam. blad (1883), 41, 5; Bibliotheca medica neerlandica (1930), 200, 224, 226.
Wijnman