ven). Hun fraaie grafsteen bevindt zich in de kerk aldaar. Hun grafkelder en stoffelijk overschot, eveneens dat hunner aldaar overleden kinderen, werd 11 Oct. 1906 onderzocht door Julien Fraipont, professor aan de universiteit te Luik. Uit hun huwelijk sproten 10 kinderen, o.a. Wolter Frans, heer van Borgharen, daarmede beleend 25 Juli 1679, overl. in Febr. 1680, begraven aldaar; Cornelia (geb. te Maastricht 22 Oct. 1642), huwde te Hulst 30 Jan. 1672 Jacob Ludolf Loesecaet, luitenant te paard in statendienst (overl. vóór 1708); Willem (geb. te Maastricht 14 Mei 1651) erfde in 1680 van zijn voornoemden broeder de heerlijkheid en het slot Borgharen, welke 23 Mei 1680 wegens schulden werden verkocht aan jhr. Jan Willem van der Heyden à Blisia, heer van Kersbeek, geboortig van Luik.
Zie: Jos. Habets, De voormalige heerlijkheid Borgharen in Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg X (1873), 407-409, 423-424, 459, 461-465; Raphael de Selys-Longchamps, Notice sur des pierres tombales de Borgharen in Publ. de la soc. hist. et arch. dans le Limbourg XLIII (1907), 24-34, 37, waar op blz. 26 de grafsteen staat afgebeeld.
Verzijl