Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

[Horn, Jacob III graaf van]

HORN (Jacob III graaf van), 1502-1531, heer van Altena, Weert, Nederweert enz., erfelijk opperjagermeester des Duitschen rijks, Ridder van het Gulden Vlies, overl. 8 Aug. 1531, begraven in de Minderbroederskerk te Weert, zoon van Jacob II (die voorgaat) en Johanna van Brugge. Hij werd 18 Oct. 1500, gedurende het leven zijns vaders, voor het hof van Curingen met het graafschap Horn enz. beleend en vernieuwde deze beleening 5 Mei 1506. Hij verleende 16 Nov. 1504 met zijn echtgenoote Margaretha van Croy, als gunst, belastingontheffing aan de Dominikanessen van Woudrichem. In Januari 1512 werd hij door de Gelderschen te Worcum gevangen genomen; 30 Mei 1512, op Pinksterdag, bevestigde hij de jonge schutters te Weert en in hetzelfde jaar ook de boogschutters. 12 Sept. 1514 legde hij een verklaring af, daar zijn onderdanen in Maesland

[p. 415]

(graafschap Horn en Wessem), Weert en Nederweert voor hem borg zijn gebleven bij Jan Mascherel, heer van Wijnandsrade, den graaf van Wede en verschillende personen o.a. ook Jan Bach, dat hij hun privilege en gerechtigheden niet zou schenden. In 1519 werd hij met een zending naar het hof van Engeland belast. Jacob III huwde driemaal: volgens contract te Mechelen 14 Dec. 1501 met Margaretha van Croy (overI. 17 Febr. 1514, begraven in de Minderbroederskerk te Weert, dochter van Philippus graaf van Chimay en Walburgis van Meurs); volgens contract te Brussel 4 Nov. 1514 met Claudina van Savoye (overl. 2 Mei 1528, gewettigde dochter van Philippus hertog van Savoye, Chablay en Aosta) en ten derde met Anna van Bourgondië (overl. in 1551, dochter van Adolf, heer van Beveren, Vere en Vlissingen en van Anna van Glimes-Berghes). Al deze huwelijken bleven kinderloos.

Zie: M.J. Wolters, Notice historique sur l'ancien comté de Hornes etc. (Gand 1850), 53, 55, 58-59, 245-256; Jos. Habets, Het graafschap Horne in Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg VIII (1871), 53-54; A.J. Flament, Chroniek der heerlijkheid Weert in Publ. enz. (als voren) XXIX (1892), 155-156; A. Pompen, Jacob de Eerste, graaf van Horne in Publ. enz. (als voren) XL (1904), 61, 168, 174, 185, 186, 190, 191.

Verzijl